Geadresseerde is niet bekend op dit adres. Ook niet in het verleden. Is een instelling voor beschermd wonen.’
Deze e-mail is aan de is aan de dagvaarding onder (v) gehecht;
(viii) een akte van uitreiking met als geadresseerde de verdachte, met parketnummer 21-006753-19. Bij zitting is ’16 maart 2021’ ingevuld. Achter ‘adres’ staat ‘[b-straat 2] [postcode 2] [plaats 2]’ vermeld. Er staat een kruisje bij het vakje ‘Ja’ onder ‘Geadresseerde woont niet (meer) op het vermelde adres’. Er staat een kruisje bij het vakje voor ‘1e poging uitreiking datum’, hierachter is ingevuld ‘28/01’ om ’13.15’. De invuldatum is 29 januari 2021. Deze akte is aan de dagvaarding onder (v) gehecht;
(ix) een akte van uitreiking met als geadresseerde de verdachte, met parketnummer 21-006753-19. Bij zitting is ’16 maart 2021’ ingevuld. Achter ‘adres’ staat ‘[b-straat 2] [postcode 2] [plaats 2]’. Er staat een kruisje bij het vakje ‘Ja’ onder ‘De geadresseerde stond bij de GBA ingeschreven op het bovengenoemde adres op de dag van de eerste aanbieding en 5 dagen daarna’. Er staat ook een kruisje bij de vakjes voor ‘Ik heb de gerechtelijke brief uitgereikt aan de medewerker van het Openbaar Ministerie’ en ‘Voorts heb ik een afschrift verzonden naar het op deze akte vermelde adres’. Onder ‘De geadresseerde heeft een adres opgegeven bij gelegenheid van:’ zijn de vakjes voor ‘zijn eerste verhoor in de desbetreffende strafzaak’, ‘het begin van het onderzoek op de zitting in eerste aanleg’ en ‘het instellen van een gewoon rechtsmiddel in de desbetreffende strafzaak’ niet aangekruist. De invuldatum is 10 februari 2021. Deze akte is aan de dagvaarding onder (v) gehecht;
(x) een aantekening mondeling arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem van 16 maart 2021 met als parketnummer 21-006753-19. Het arrest is gewezen ‘op het hoger beroep tegen het vonnis dat is gewezen in de zaak met parketnummer 96-200835-19’ ten laste van de verdachte. Achter ‘wonende te’ staat ‘[postcode 1] [plaats 1], [a-straat 1].’;
(xi) een mededeling uitspraak gedateerd 6 april 2021 met als kenmerk 21-006753-19, waarin de advocaat-generaal de verdachte, ‘Thans zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande’, kennis geeft dat verdachte bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 16 maart 2021 wegens ‘overtreding van artikel 8, vierde lid, juncto artikel 8, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (575 ugl)’ en ‘overtreding van het bepaalde in artikel 107 lid 1 Wegenverkeerswet 1994’ niet-ontvankelijk is verklaard in het hoger beroep;
(xii) een akte van uitreiking met als geadresseerde de verdachte, met parketnummer 21-006753-19. Achter ‘adres’ staat ‘Thans zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande’. Er staat een kruisje bij het vakje ‘Ja’ onder ‘De woon- of verblijfplaats van de geadresseerde is niet bekend’ en bij het vakje voor ‘Ik heb de gerechtelijke brief uitgereikt aan de medewerker van het Openbaar Ministerie’. De invuldatum is 6 april 2021. Deze akte is aan de mededeling onder (xi) gehecht;
(xiii) een informatiestaat SKDB-persoon gedateerd 6 april 2021. Onder ‘Huidig BRP-adres’ staat bij datum ingang 20 februari 2019; daaronder staat bij status ‘Niet-Ingezetene’ en bij adres ‘Vertrokken Onbekend Waarheen (VOW)’. Als laatst opgegeven woon- of verblijfplaats wordt het adres [b-straat 2] in [plaats 2] vermeld, met als datum registratie 21-08-2019. Als historisch BRP-adres wordt vanaf 25-09-2017 (woonadres) [a-straat 1] in [plaats 1] vermeld. Vanaf 12-04-2018 wordt als historisch BRP-adres (woonadres) [c-straat 1], [plaats 1] vermeld. Deze informatiestaat SKBD-persoon is aan de mededeling genoemd onder (xi) gehecht;