3.5.De rechtbank heeft hiertoe de volgende bewijsmiddelen gebezigd:
“1. Een proces-verbaal ter zake artikel 9 WVYV met nummer 160320171200019769 van 16 maart 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 5] en [verbalisant 6] (pagina’s ongenummerd).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Wij bevonden ons op 16 maart 2017 op de Turnerstraat te Amsterdam. Aldaar zagen wij een Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 3] rijden. Na onderzoek bleek dat van verdachte een op zijn naam gesteld rijbewijs voor één of meer categorieën van motorrijtuigen dan wel voor een gedeelte van de geldigheidsduur ongeldig is verklaard.
2. Een geschrift van 4 september 2015, zijnde een aan verdachte aangetekend verstuurde brief met daarin het besluit van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: CBR) tot ongeldigverklaring van het rijbewijs (pagina’s ongenummerd).
Dit geschrift houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Op 18 juni 2015 hebben we u een brief gestuurd. In die brief stond dat u een onderzoek naar uw alcoholgebruik moest laten doen. Helaas heeft u dit onderzoek niet, of niet op tijd betaald. U bent dus ook niet onderzocht. Daarom verklaren we uw rijbewijs ongeldig vanaf 11 september 2015.
3. Een verklaring van verdachte ter terechtzitting van 5 oktober 2017.
Deze verklaring houdt onder meer in, zakelijk weergeven:
A: De officier van justitie houdt mij voor dat ik op 5 februari 2016 en 17 juni 2016 ook door de. politie ben aangehouden omdat mijn rijbewijs ongeldig was verklaard. De politie heeft toen alleen tegen mij gezegd dat ik geen rijbewijs had, maar niet dat mijn rijbewijs ongeldig was.”