AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
De juridische implicaties van de goedkeuring van ademanalyseapparaten in het kader van alcoholcontroles
In deze zaak, behandeld door de Hoge Raad op 23 juni 2020, staat de vraag centraal of de eis dat het ademanalyseapparaat bij ministeriële regeling moet zijn aangewezen, als strikte waarborg moet worden aangemerkt in het kader van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte, geboren in 1978, werd beschuldigd van het rijden onder invloed van alcohol, waarbij een ademalcoholgehalte van 575 microgram per liter werd vastgesteld. De verdediging voerde aan dat het gebruikte apparaat, een Honac, niet was aangewezen als ademanalyseapparaat volgens de geldende regelgeving, en dat dit de betrouwbaarheid van het onderzoek in twijfel trok. De advocaat-generaal concludeerde echter dat, mits er een geldige NMi-goedkeuring voor het apparaat was, de eis van ministeriële aanwijzing niet als strikte waarborg hoeft te worden aangemerkt. Het hof verwierp het verweer van de verdachte, oordelend dat de aanwijzing van ademanalyseapparaten bij ministeriële regeling niet behoort tot de strikte waarborgen van het onderzoek. De Hoge Raad bevestigde deze beslissing, waarbij werd benadrukt dat de goedkeuring van het apparaat door het NMi voldoende was om de resultaten van het ademonderzoek als bewijs te aanvaarden. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep van de verdachte, die geconfronteerd wordt met de gevolgen van zijn veroordeling, waaronder een geldboete en een ontzegging van de rijbevoegdheid.
Voetnoten
1.Uit het zich bij de processtukken bevindende uittreksel Justitiële Documentatie van 28 november 2018 blijkt voorts dat dit vonnis op 13 augustus 2013 onherroepelijk is geworden.
2.Deze consultatie is op 3 januari 2020 gesloten.
3.Uit het Jaarverslag van het Ministerie van Justitie en Veiligheid 2019 blijkt dat het streven erop is gericht is om het wetsvoorstel in de loop van 2020 aan de Kamer aan te bieden. Zie Kamerstukken II, 2019/20, 35 470 VI, nr. 1, p. 43.
4.Met overname van de opmaak zoals in de pleitaantekeningen.
5.Besluit van 14 december 2016,
6.Regeling van 15 juni 2017,
7.
8.Met overname van opmaak en voetnoten uit de Nota van toelichting.
9.Het gaat hier om de Regeling bloed- en urineonderzoek, de Regeling voorlopig ademonderzoek, de Regeling ademanalyse en de Regeling typeaanwijzing ademanalyseapparaat.
10.
11.Met overname van opmaak en voetnoten uit de Nota van toelichting.
12.Conclusie A-G Leijten bij HR 17 juni 1986,
14.Remmelink (bewerkt door Harteveld en Robroek),
15.Art. 26 (oud) WVW is de voorloper van het huidige art. 8 WVW 1994. Art. 26, tweede lid, aanhef en onder a (oud) WVW hield in:
16.Art. 33a (oud) WVW is de voorloper van het huidige art. 163 WVW 1994. Art. 33a, eerste en tweede lid (oud) WVW hield in:
24.Besluit van 4 juli 1997, geldend van 10 augustus 2008 t/m 30 juni 2017,
25.Deze bijlage is destijds niet in de Staatscourant gepubliceerd, maar ter inzage gelegd op het Ministerie van Justitie te Den Haag. Inmiddels is deze terug te vinden op de website van de politie, onder het thema “(2018) Aanbesteding ademanalyse”, zie https://www.politie.nl/themas/2018-aanbesteding-ademanalyse.html. Punt 2 van de bijlage bevat algemene voorschriften en punt 3 specifieke constructievoorschriften.
26.Vgl. de op de website van de politie onder het thema “(2018) Aanbesteding ademanalyse” gepubliceerde Uitnodiging tot Inschrijving inzake de Europese aanbesteding Ademanalyse- en Voorselectieapparaten van 31 mei 2013.
27.Zie de op de website van de politie onder het thema “(2018) Aanbesteding ademanalyse” gepubliceerde Uitnodiging tot Inschrijving (UTI) Ademanalyse- en Voorselectieapparaten, p. 50 onder l-E7: Ieder ademanalyseapparaat dient met een nog een half jaar geldige NMi certificatie (of gelijkwaardig) te worden geleverd en p. 43 onder O-E2: Onder preventief onderhoud wordt minimaal verstaan de halfjaarlijkse routinematige en periodieke controle van de ademanalyseapparaten, inclusief het coördineren van de herkeuringen (exclusief kosten). Deze herkeuringen dienen door het NMi of een gelijkwaardig keuringsinstituut uitgevoerd te worden.
28.Volgens de politierechter bleek uit het ademanalyseformulier immers dat het om een goedgekeurd apparaat gaat, terwijl de bedienaar van het apparaat heeft verklaard de procedure conform de voorschriften te hebben uitgevoerd.
29.Een blik over de papieren muur laat zien dat het politiedossier geen nadere of andere gegevens bevat over het type ademanalyseapparaat dat in de onderhavige zaak is gebruikt. Deze informatie is onder vermelding van het serienummer uiteraard wel bij de politie opvraagbaar.