Conclusie
middel, welwillend en in samenhang met de toelichting daarop gelezen, bedoelt kennelijk te klagen dat niet (zonder meer) uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat de verdachte als (feitelijk) bestuurder van [A] heeft gehandeld, zodat het desbetreffende verweer van de verdediging ten onrechte is verworpen en de bewezenverklaring onvoldoende met redenen is omkleed.
1.Een geschrift, zijnde een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, d.d. 12 juni 2012. Het houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
Alleen Ik bepaal wie en hoeveel er wordt betaald.
proces-verbaal verhoor getuige door de raadsheer- commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit gerechtshof van 5 juli-2016. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
[betrokkene 4]:
proces-verbaald.d. 9 juli 2014 van de politie Haaglanden met nr. 2014 044594. Dit proces-verbaal houdt onder meer in – zakelijk weergegeven – (blz. 101 t/m 109):
als de op 9 juli 2014 afgelegde verklaring van [verdachte] :
4°.niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of artikel 5, eerste lid, van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in samenhang met artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in die artikelen bedoeld.”
in de zin vanart. 343, aanhef en onder 4° (oud), Sr is geweest. Daarbij gaat het niet slechts om een bestuurder die naar privaatrechtelijke criteria volledig bevoegd en gerechtigd is als zodanig op te treden, maar ook om degene die de rechtspersoon in feite bestuurt en de gedragingen feitelijk (materieel) heeft begaan in de hoedanigheid van bestuurder. [1]