Conclusie
‘overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994’is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één week.
middelhoudt in dat het hof in strijd met art. 359, tweede lid, tweede volzin, Sv heeft verzuimd in het bijzonder de redenen op te geven waarom het is afgeweken van een door de verdediging naar voren gebracht uitdrukkelijk onderbouwd standpunt ten aanzien van de strafmaat. [1]
“Strafmaat
Cliënt is (..) van mening dat een aantal feiten en omstandigheden onvoldoende zijn meegewogen bij het bepalen van de opgelegde straf en hij is van mening dat deze feiten en omstandigheden reden zijn om een minder hoge straf op te leggen.
Conclusie
Aldus verzoekt de verdediging uw Hof om te volstaan met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf danwel een lagere straf dan de reeds opgelegde straf.”
Motivering strafoplegging