Conclusie
middel
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de veroordeling van de verdachte voor het medeplegen van kraken en openlijke geweldpleging. De verdachte is op 9 september 2015 te 's-Gravenhage aangehouden in een pand aan de Hellingweg 127, dat door de gemeente was opgegeven voor ontruiming. Het gerechtshof Den Haag had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien dagen en een voorwaardelijke geldboete van €500. De verdediging betoogde dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat het gebruik van het pand door de rechthebbende was beëindigd, en dat de verdachte niet wederrechtelijk in het pand verbleef. De Hoge Raad oordeelt dat de opzegging van de bruikleenovereenkomst door de gemeente per 1 april 2015 het rechtmatig gebruik van het pand beëindigde. De Hoge Raad bevestigt dat het wederrechtelijk vertoeven in een pand waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd, strafbaar is. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat er geen gronden zijn voor vernietiging van de bestreden uitspraak en dat het beroep moet worden verworpen.