Conclusie
middelklaagt dat het hof in strijd met art. 9, derde lid aanhef en onder b van het Uitleveringsverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika (hierna: het Verdrag) [1] heeft verzuimd te motiveren op grond van welke concrete feiten en omstandigheden als weergegeven in de affidavit zou kunnen blijken dat uit het in deze affidavit opgenomen bewijsmateriaal genoegzaam blijkt dat aan de betrokken verdragseis is voldaan, op grond waarvan het advies niet voldoende met redenen is omkleed.
4.2 De genoegzaamheid van de stukken
“SUMMARY OF THE FACTS
common lawlanden en (bijvoorbeeld) Nederland geldt. Waar in de regel de verzoekende Staat geen direct bewijsmateriaal hoeft aan te reiken om het verzoek tot uitlevering te staven, stellen de
common lawlanden in het kader van de uitlevering traditioneel eisen aan stukken van bewijs, uiteraard met name ten aanzien van de opgeëiste persoon. [3]
probable cause. Deze uit het Amerikaanse recht afkomstige term laat zich begripsbepalend niet gemakkelijk in een Nederlands strafvorderlijk equivalent vertalen. Naar Nederlandse maatstaven zou volgens de toelichtende nota op de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 25 september 1981 [4] een parallel te trekken zijn met art. 250 (oud) Sv, waarin voorzien was in de vroegere mogelijkheid tot indiening van een bezwaarschrift tegen de kennisgeving van verdere vervolging en waarbij de aanwijzingen van schuld marginaal werden bezien. De Hoge Raad sloot zich aanvankelijk aan bij deze uitleg en paste toen nog met betrekking tot art. 9, derde lid aanhef en onder b, van het Verdrag de rechtspraak ten aanzien van art. 250 (oud) Sv, en de in dat verband geldende maatstaf, op overeenkomstige wijze toe: is, indien de opgeëiste persoon voor een Nederlandse rechter zou zijn vervolgd, het niet hoogst onwaarschijnlijk dat deze rechter, later oordelend, door de voor hem geleverde bewijsvoering de tenlastegelegde feiten geheel of gedeeltelijk bewezen zou achten. [5]
NJ2013/62 m.nt. Klip is de Hoge Raad van die zienswijze teruggekomen: