ECLI:NL:PHR:2018:1135
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Burgerarrest en de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit in het strafrecht
In deze zaak gaat het om een burgerarrest dat door de verdachte is uitgevoerd op 19 juni 2015 te Capelle aan den IJssel. De verdachte, die als begeleider optrad tijdens een spooktocht, heeft de aangever, [slachtoffer], bij de armen vastgepakt, getackeld en hem handboeien omgedaan. Het gerechtshof Den Haag heeft de verdachte schuldig verklaard voor mishandeling, maar heeft geen straf opgelegd. De verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij twee middelen van cassatie zijn voorgesteld. Het hof heeft geoordeeld dat de handelingen van de verdachte zijn aangemerkt als een burgerarrest, maar dat de grenzen van proportionaliteit zijn overschreden. De verhouding tussen de aanleiding voor de aanhouding en de handelingen van de verdachte is door het hof als onevenredig beoordeeld. Het beroep op noodweer en putatief noodweer is verworpen, omdat het hof van oordeel is dat de verdachte niet in een noodweersituatie verkeerde en zijn handelingen niet gerechtvaardigd waren. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Procureur-Generaal overgenomen en het cassatieberoep verworpen.