Conclusie
3.Bewezenverklaring en bewijsvoering
- een vuurwapen, in ieder geval een soortgelijk voorwerp, heeft gepakt en
- dat vuurwapen zichtbaar voor die [slachtoffer] heeft vastgehouden en
- dat vuurwapen, in ieder geval dat soortgelijke voorwerp, op/in de richting van de romp, in ieder geval in de richting van het lichaam, van die [slachtoffer] heeft gehouden en
- (vervolgens) dat vuurwapen, in ieder geval dat soortgelijke voorwerp, heeft doorgeladen, terwijl hij, verdachte, dat vuurwapen, in ieder geval dat soortgelijke voorwerp, gericht hield in de richting van de romp, in ieder geval in de richting van het lichaam, van die [slachtoffer] en
als verklaring van [slachtoffer] (aangever)
Ik heb gezegd dat de stem mogelijk niet van een Nederlander is, maar van een donkere man of een buitenlander. Dat kon ik horen aan het accent. De taal was wel Nederlands, maar niet van een oorspronkelijke Nederlander.
als verklaring van [slachtoffer] (aangever)
Ik ben werkzaam bij [B] in de functie van bedrijfsmedewerker. (..). Het pand is gelegen aan een plein, genaamd [a-straat] . (..). Op zondag 27 januari 2013 omstreeks 01.40 uur, bevond ik mij, gekleed in voornoemde kleding, in het kookgedeelte achterin de zaak. (..). Ik hoorde dat de voordeur open ging. (..). Ik zag een persoon, vanaf nu genoemd dader 1, degene was die deze voordeur opende. (..). Ik zag dat dader 1 was gekleed in een grijskleurig tot zwarte lange stoffen jas met capuchon. (..) Ik zag dat dader 1 een capuchon van zijn jas en een donkergroene bivakmuts over zijn hoofd droeg. Deze bivakmuts bedekte vrijwel zijn hele gezicht. (..) Ik zag dat dader 1 onder deze jas een donker roodkleurig tot auberginekleurig shirt droeg. (..) Ik zag dat dader 1, uit het niets, een voorwerp te voorschijn pakte met zijn rechterhand, vanuit de linkervoorzijde van zijn broeksband. (..)
Ik zag meteen dat dit voorwerp een op een vuurwapen gelijkend voorwerp was. (..) Ik zag dat het een geheel licht zilverkleurig, niet glimmend, vuurwapen gelijkend voorwerp betrof. Ik zag dat het vuurwapen gelijkende voorwerp best lang was. Ik vermoed dat het ongeveer twintig centimeter lang was over de gehele loop gezien. (..) Ik zag dat dader 1, dit vuurwapen gelijkende voorwerp op mij richtte. (..) Ik zag dat dader 1, welke nog steeds het vuurwapen gelijkende voorwerp op mij richtte, naar mij keek en met luide stem tegen mij zei: ‘Geld. Kassa’. (..) Ik heb hierop de kassa geopend. Ik heb direct heel de zwarte kassalade uit de kassa gehaald en op de bar gelegd voor dader 1. (..). Ik hoorde dat dader 1 hierop tegen mij schreeuwde: 'Meer geld'. Ik zag dat dader 1, wederom het vuurwapen gelijkende voorwerp doorlaadde (..) Ik hoorde dat dader 1 daarop tegen mij riep: ‘Nog meer geld, jouw zak jouw zak’ of woorden van gelijke strekking. (..) Ik antwoordde de dader 1 : 'Ik heb helemaal niets, kijk maar'. (..) Ik hoorde daarop dader 1 tegen mij schreeuwen: ‘Telefoon, telefoon'. (..) Ik pakte daarop mijn telefoon en liet deze aan dader 1 zien. Ik zag dat dader 1 naar deze telefoon keek en tegen mij over deze telefoon zei: ‘Nee, nee. Hoeft niet. Terug.' Ik zag dat dader 1, nog steeds het vuurwapen gelijkende voorwerp op mij gericht hield. Ik zag dat dader 1, vervolgens met zijn linkerhand, welke hij vrij had, naar de kassalade reikte en deze pakte met zijn linkerhand. (..) Toen ik zag dat dader 1 de kassalade vastpakte met zijn linkerhand, zag ik vlak daarna dader 2 in het pand staan. (..). Ik zag dat dader 1, vervolgens van mij wegliep richting deze toegangsdeur. In de richting van waar dader 2 stond. Ik hoorde dat dader 2 mij aankeek en zei: 'Sorry, sorry meneer.' (..) Ik zag dat dader 1 en dader 2 wegrenden, rechtsaf richting [...]. (..)
Weggenomen goederen:
De kassalade van ijzerachtig materiaal, zwart van kleur en ongeveer dertig centimeter breed bij ongeveer veertig centimeter lang en ongeveer 10 centimeter hoog. (..) Ik heb van te voren niet geteld wat er precies in de kassalade zat op dat moment. Ik vermoed ongeveer vijfhonderd euro. (..) In ieder geval ongeveer 70 euro aan twee euro munten. En in ieder geval maar een (1) vijftig eurobiljet, dat zag ik ook. Ook zaten er meerdere biljetten van vijf euro, tien euro en twintig euro in deze kassalade zag ik. (..) Opvallend was dat er een glazen potje parfum in deze kassalade zat. (..)
Ik kan de twee daders voor u omschrijven:
Dader 1 gedurende de overval:
- man
- blanke huidskleur
- leeftijd tussen 25-30 jaar oud. Niet ouder dan 30 jaar oud.
- 185 - 190 centimeter lang
- normaal postuur; niet gespierd (..)
- lichtgroen/grijskleurige ogen (..)
- Nederlands gesproken
- geen accent (..)
- donkergrijs tot zware stoffen lange jas tot op bovenbeenhoogte
- grijze tot zwarte jas met lange capuchon zelfde kleur als jas. (..) Capuchon over de bivakmuts over het gezicht tot in de nek. Het was een bivakmuts waarvan het stuk tussen de ogen zichtbaar was. Ik zag de ogen, een stukje huid van de neus. En de mond bij een afzonderlijke opening. (..)
- man (..)
- leeftijd tussen 25-30 jaar oud. Wellicht ouder dan dader 1
- 170 - 175 centimeter lang
- dikker postuur dan dader 1 (..)
- accent/stem klonk donker. Het kan zijn dat deze dader van buitenlandse komaf is. (..)
- donkere stoffen jas tot op bovenbeenhoogte
- vermoedelijke capuchon over het hoofd.
als verklaring van [slachtoffer] (aangever)
U laat mij een zwarte kassalade zien. Dat is de kassalade die bij de overval op [B] buit is gemaakt door de overvallers.
als verklaring van [betrokkene 2]
als verklaring van [betrokkene 3]
Ik ben in de nacht van zaterdag 26 op zondag 27 januari 2013 samen met mijn buurmeisje Kimberley van een feestje thuis gekomen. In de Bouwmeesterbuurt zagen we een VW Golf staan. (..) twee stapten uit de auto. De negroïde man schrok van ons. (..) Daarna zag ik dezelfde auto de straat in rijden. Ze parkeerden op de stoep en de verlichting werd uit gedaan. (..) Het duurde ongeveer 2 à 3 minuten en er kwamen twee mannen aan rennen. Ze hadden capuchons op. (..)
V. Omschrijft u beide mannen eens? (..)
1. Negroïde man. Droeg een capuchon. Zwarte jas. (..) Geen dik persoon. (..) Lengte ongeveer 175 - 178 cm lang.
2. Blanke man. Iets korter van lengte dan de negroïde man. Droeg ook een capuchon.
als relaas van verbalisanten:
Op zondag 27 januari 2013, omstreeks 01.50 uur, hoorden wij verbalisanten, van de meldkamer dat er zojuist een grillroom op het [a-straat] was overvallen door 3 personen. De personen waren weggereden in een zwarte auto voorzien van kenteken [AA-00-AA] . De meldkamer gaf ons vervolgens door dat dit een Volkswagen Polo moest zijn op naam van [betrokkene 4] , wonende [b-straat 1] te [plaats] . Omstreeks 02.00 uur komen de verbalisanten ter plaatse op de [b-straat] te [plaats] en zien de verbalisanten het voertuig met het kenteken [AA-00-AA] staan.
als relaas van verbalisanten:
Nadat de eerste verdachte, [betrokkene 5] , de woning had verlaten en deze door een andere politie eenheid was aangehouden zag ik, verbalisant [verbalisant 1] , op zondag 27 januari 2013 omstreeks 02.24 uur een negroïde persoon vanuit perceel 1 komen. (..) Ik zag dat de verdachte mij in mijn ogen aankeek en dat hij vervolgens omdraaide en weer de woning in liep en de voordeur dicht deed. Deze negroïde verdachte bleek later genaamd te zijn: [verdachte] . (..) Op zondag 27 januari 2013 omstreeks 02.40 uur zag ik dat de voordeur werd geopend en dat verdachte [betrokkene 6] uit de woning liep. Nadat [betrokkene 6] was aangehouden zag ik dat de negroïde mannelijke verdachte, genaamd [verdachte] , uit de woning kwam.
8. Een in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 27 januari 2013 opgenomen op pagina 70 en verder van een dossier met registratienummer 2013006951, inhoudende — zakelijk weergegeven — :
als relaas van verbalisant:
Voor een doorzoeking ter inbeslagneming is binnengetreden in de woning gevestigd, [b-straat 2] te [plaats] . Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen: In de hal: (..) Zwarte kassalade (in de afgesloten kruipruimte).
als bevindingen van verbalisant:
Ik heb de kassalade onderworpen aan een dactyloscopisch onderzoek. Bij dit onderzoek werden twee voor identificatie geschikte dactyloscopische sporen aangetroffen. Deze sporen heb ik gefotografeerd en als volgt gewaarmerkt en omschreven:
AAEN0387NL vanaf kassalade;
AAEN0388NL vanaf kassalade.
als bevindingen van de rapporteur:
Naar aanleiding van uw verzoek tot het instellen van een dactyloscopisch onderzoek in de zaak met SIN AAEN0388NL is het spoor met behulp van het geautomatiseerde vingerafdrukkensysteem geanalyseerd en op onderscheidende kenmerken gecodeerd. Op basis van deze analyse heeft het geautomatiseerde vingerafdrukkensysteem met behulp van een vergelijkingsalgoritme de meest gelijkende vingerafdrukken geselecteerd.
De resultaten zijn, in de vorm van een respondentenlijst van meest gelijkende afdrukken voorkomend in de strafrechtdatabase, aan een dactyloscopisch deskundige aangeboden. Bij analyse van de resultaten door de deskundige is vastgesteld dat het spoor sterke overeenkomsten vertoont met een vergelijkingsafdruk die voorkomt in de respondentenlijst.
Beide dactyloscopisch deskundigen zijn, afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar, tot de conclusie gekomen dat individualisatie mogelijk is.
Dit heeft geleid tot de gedragen conclusie dat het spoor geïndividualiseerd is op een afdruk voorkomend op het vingerafdrukkenblad ten name van [betrokkene 6] , geboren op [geboortedatum] 1982.
als verklaring van verdachte
4.Het eerste middel
I. Bewijsverweren
1. Verklaring cliënt
Cliënt heeft bij de rechtbank verklaard dat hij niet de gehele tijd samen met de medeverdachten [betrokkene 6] en [betrokkene 5] is geweest. Hij is op enig moment weggegaan om drugs te gaan kopen (proces-verbaal zitting 17 juni 2014).
Bij de politie heeft cliënt hieromtrent niet een heel erg duidelijke verklaring afgelegd. Dit kan mede worden verklaard door het drugsgebruik van die nacht ervoor. Voorts geldt dat cliënt jarenlang verslaafd is geweest aan de harddrugs. Hierdoor kan hij soms wat warrig overkomen.
Bij de politie geeft hij in ieder geval wel duidelijk aan dat hij bij de Deen supermarkt uit de auto van [betrokkene 6] is gestapt. Dit was dus om drugs te gaan kopen. Zij (de medeverdachten) reden vervolgens samen weg. Hiermee geeft cliënt dus reeds bij de politie aan dat hij niet de hele tijd samen met de medeverdachten is geweest. Cliënt heeft vervolgens later op de avond een lift gekregen naar de woning van [betrokkene 6] . Hij kwam binnen en zag twee personen weglopen. Hij heeft weed gerookt in de woning van [betrokkene 6] . Hij is ongeveer een half uur tot drie kwartier in de woning van [betrokkene 6] geweest, aldus steeds cliënt bij zijn politieverhoor (p. 238).
Beide getuigen hebben verklaard dat zij op enig moment een blanke en een negroïde man uit een Volkswagen Polo zagen stappen. De getuigen zijn in hun auto blijven zitten en rookten nog even een sigaretje. Op enig moment zagen ze twee mannen vanaf het [a-straat] aan komen rennen. De twee mannen sprongen in de Volkswagen Polo.
(…)”
5.Het tweede middel
Subsidiair stel ik mij op het standpunt dat indien u meent dat wel kan worden bewezen dat cliënt de tweede persoon is geweest, dat alsdan geen sprake is geweest van medeplegen.
6.Het derde middel
Het hof heeft met deze overweging uitdrukkelijk doen blijken dat alleen een (onvoorwaardelijke) gevangenisstraf te dezen passend en geboden is en aldus in overeenstemming met art. 359 lid 6 Sv in het bijzonder de redenen opgegeven die de opgelegde gevangenisstraf hebben bepaald.