ECLI:NL:HR:2010:BN8211
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen bewezenverklaring van cocaïnehandel en deelname aan criminele organisatie
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, waarin de verdachte is veroordeeld voor het opzettelijk binnenbrengen en bewerken van cocaïne, alsook voor deelname aan een criminele organisatie. De Hoge Raad heeft op 16 november 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 08/05272. De verdachte, geboren in 1944, heeft samen met anderen in de periode van 1 januari 2007 tot en met 3 juli 2007 cocaïne in Nederland binnengebracht en bewerkt. De verdediging stelde dat de bewezenverklaring steunt op onderling tegenstrijdige bewijsmiddelen, maar de Hoge Raad oordeelde dat dit niet tot cassatie kan leiden, omdat er sprake is van een kennelijke misslag in de bewijsvoering. De advocaat-generaal Aben had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De uitspraak benadrukt het belang van consistente bewijsvoering in strafzaken en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van rechtsontwikkeling en rechtseenheid. De zaak illustreert ook de complexiteit van strafrechtelijke procedures, vooral in zaken die betrekking hebben op georganiseerde criminaliteit en drugshandel.