Conclusie
middel
als de op 9 augustus 2013 afgelegde verklaring van [betrokkene 1] :
Op 9 augustus 2013, omstreeks 15:30 uur bevonden [betrokkene 2] en ik ons op de [a-straat 1] te Capelle aan den IJssel. Toen ik naar het adres van [verdachte] liep, zag ik dat [verdachte] buiten stond naast een bestelauto.
Ik zag dat [verdachte] voor mij ging staan. Ik zag dat [verdachte] heel dicht bij mij ging staan. Ik zag en voelde dat [verdachte] opzettelijk en met kracht met zijn lichaam, namelijk met zijn borstkas tegen mijn lichaam, namelijk mijn borstkas, duwde. Ik verloor hierdoor mijn evenwicht en viel achterwaarts op mijn rug en achterhoofd. Ik maakte een klap met mijn achterhoofd op de straat. Ik voel nu spierpijn rondom mijn nek. Ik voel een brandende pijn op mijn achterhoofd. Ik heb nu ook een schaafwond op mijn achterhoofd.
Aan niemand werd het recht of toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
als relaas van de verbalisanten:
Ter plaatse werden wij aangesproken door een man die verklaarde volledig te zijn genaamd: [betrokkene 2].
Nadat wij aan [betrokkene 2] hadden gevraagd wat er was gebeurd verklaarde hij als volgt:
Mijn vriend [betrokkene 1] is uit de auto gestapt. Ik zag dat [verdachte] een harde duw gaf en dat [betrokkene 1] hierdoor op de grond viel. Ik heb vervolgens de politie gebeld.
[betrokkene 1], geboren op [geboortedatum] 1948.
Nadat wij aan [betrokkene 1] hadden gevraagd wat er precies was gebeurd verklaarde hij als volgt:
Ik ben vandaag met mijn vriend [betrokkene 2] meegegaan naar dit bedrijf. Ik zag en voelde dat de man mij een duw gaf. Ik viel hierdoor achterover op straat, met mijn hoofd op de grond. Ik heb nu een zere, bebloede plek op mijn achterhoofd. Wij, verbalisanten, zagen dat [betrokkene 1] een bebloede wond op zijn achterhoofd had.”