4.4.Het Hof heeft de bewezenverklaring gegrond op de volgende bewijsmiddelen:
1. Een proces-verbaal met nummer 2011063441-5 van 13 maart 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina’s 10005 tot en met 10008).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten:
Op 13 maart 2011 omstreeks 06:30 uur bevonden wij ons op het politiebureau Linnaeusstraat te Amsterdam. Aldaar verscheen voor mij, verbalisant [verbalisant 1] , aan de balie: [verdachte] .
Wij zijn met haar naar haar woning aan de [a-straat 1] te Amsterdam gereden. Wij zijn de woning binnengegaan. Ik, [verbalisant 2] , ging de woonkamer binnen en zag dat er twee voeten uit een opgerold kleed staken. Ik, [verbalisant 2] , sloeg het kleed open en zag een persoon op de buik liggen. Ik, [verbalisant 2] , zag dat er een vuilniszak over het hoofd zat en dat er een verlengsnoer om de nek en de vuilniszak zat. Ik, [verbalisant 2] , zag dat er bloed lag en ik voelde geen hartslag. Ik, [verbalisant 2] , voelde dat de pols koud aanvoelde en stijf was.
2.
Een proces-verbaal met nummer 2011063411 van 16 maart 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 3] en [verbalisant 4] (doorgenummerde pagina’s 10021 tot en met 10022).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten:
Op 13 maart 2011 werd een onderzoek opgestart onder de naam 13Bamis in verband met het onnatuurlijk overlijden van een persoon genaamd [slachtoffer] .
Op 16 maart 2011 bevonden wij ons in het mortuarium van het VU ziekenhuis te Amsterdam.
Aldaar werden [betrokkene 2] , zijnde een zóón van [slachtoffer] , [betrokkene 6] , zijnde de beste vriend van [slachtoffer] en [betrokkene 7] , zijnde een neef van [slachtoffer] , met het stoffelijk overschot van [slachtoffer] geconfronteerd. Eensluidend doch ieder voor zich herkenden het stoffelijk overschot als [slachtoffer] .
3.
Een geschrift, inhoudende een schrijven van J.C. de Keijzer, forensisch arts GGD Amsterdam d.d. 15 mei 2013.Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Uit de berekening met behulp van het Henssge nomogram is gebleken dat het tijdstip van overlijden van [slachtoffer] met 95% betrouwbaarheid op 12 maart 2011 tussen 11:54 uur en 17:30 uur ligt.
4.
Een rapport ‘Pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood’ van het Nederlands Forensisch Instituut met nummer 2011.03.11.061 d.d. 20 mei 2011, opgesteld door A. Maes, arts en patholoog (doorgenummerde pagina’s 11057 tot en met 11063).
Dit rapport houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Bij de sectie op het lichaam van [slachtoffer] waren er op het hoofd acht scherprandige klievingen met lapwonden reikend tot in het schedeldak. In de diepte was de verbrijzelde schedel goed zichtbaar. In het gezicht werden zowel rechts als links scherprandige klievingen aangetroffen. De letsels zijn alle bij leven opgelopen en passen bij heftig klievend en botsend geweld door één of meer scherprandige voorwerpen. Het overlijden is te verklaren als gevolg van de opgelopen hersenschade. Letseldatering past bij een interval van circa 30 minuten tot circa 1 uur voor het intreden van de dood.
5.
Een proces-verbaal met nummer 2011036441 van 17 maart 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar T276 (doorgenummerde pagina’s 10099 tot en met 10100).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Door mij zijn de camerabeelden van de Coffeeshop Crashlight, gevestigd aan de Pretoriusstraat 67 te Amsterdam, bekeken. Hierop werd door mij het volgende waargenomen.
Op 12 maart 2011 te 14:04:01 uur wordt een Chrysler Voyager ingeparkeerd aan de even zijde van de Pretoriusstraat . Om 14:04:38 stapt er één persoon uit de auto aan de bestuurderszijde die naar de oneven zijde van de Pretoriusstraat loopt. Op 13 maart 2011 te 07:28:39 arriveert een politieauto. De Chrysler Voyager, welke van het slachtoffer bleek te zijn, is tussen het moment dat deze werd ingeparkeerd en het moment dat de politie arriveert niet van zijn plaats geweest.
6. Een proces-verbaal met nummer 2011063441 van 25 mei 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar T154 (doorgenummerde pagina’s 20158 tot en met 20183).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op voormelde datum tegenover verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 3] :
In de nacht van vrijdag 11 maart 2011 op zaterdag 12 maart 2011 is mijn vader (het hof begrijpt het slachtoffer, [slachtoffer] ) bij ons blijven slapen. Toen ik de volgende ochtend onder de douche stond is hij weggegaan. Hij zou naar [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte] ) gaan.
7.
Een proces-verbaal met nummer 2011063441 van 22 maart 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar T276 (doorgenummerde pagina’s 10111 tot en met 10112).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 14 maart 2011 en 15 maart 2011 is [getuige 2] gehoord. Zij had [verdachte] (het hof begrijpt hier en hierna: [verdachte] ) op 12 maart 2011 zien lopen in de Pretoriusstraat te Amsterdam. Zij zag dat er een man uit de woning van [verdachte] kwam en achter haar aan liep. De man was licht getint en hij was kaal. Hij tikte [verdachte] op haar schouder.
Door mij zijn de camerabeelden van Coffeeshop Crashlight, gevestigd aan de Pretoriusstraat 67 te Amsterdam, bekeken. Voomoemde coffeeshop heeft twee camera’s aan de zijde van de Pretoriusstraat . Camera 1 is geplaatst in de richting van het Krugerplein. Hierop is de kruising van de Pretoriusstraat en de Smitstraat te zien. Camera 2 is geplaatst in de richting van het Steve Bikoplein. Op de camerabeelden werd door mij het volgende waargenomen.
12 maart 2011 te 14:20:23 uur: [getuige 2] loopt in de richting van haar woning en steekt de kruising met de Smitstraat over. Daar loopt een persoon haar tegemoet, gekleed in een lange zwarte rok. Deze persoon slaat rechtsaf en loopt de Smitstraat in.
12 maart 2011 te 14:23:25 uur: De persoon met de lange zwarte rok komt uit de Smitstraat lopen en gaat linksaf. Deze persoon loopt in de richting van perceel 77 (het hof begrijpt: [a-straat 1]).
8.
De verklaring van de getuige [betrokkene 4] , afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 30 juni 2014.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 12 maart 2011 ben ik achter [verdachte] aangegaan en heb haar op haar schouder getikt. U houdt mij voor dat camerabeelden hebben uitgewezen dat dit omstreeks 14:20 uur moet zijn geweest. Dat klopt. Ik verbleef bij haar. Ik ben nog even snel naar binnen gelopen om mijn jas en pet te halen en toen ben ik weggegaan.
9.
Een proces-verbaal met nummer 201160344 van 26 mei 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar T152 (doorgenummerde pagina’s 10868 tot en met 10870).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Uit onderzoek is gebleken dat [slachtoffer] gebruik maakte van het telefoonnummer 06- [001] . Uit een onderzoek naar de historische verkeersgegevens van dit telefoonnummer is gebleken dat met dit nummer op 12 maart 2011 om 14:35:55 uur een gesprek plaatsvond met het telefoonnummer 06- [002] . De telefoon van [slachtoffer] straalde toen de mastlocatie Christiaan de Wetstraat 21 te Amsterdam aan. Deze telefoonpaal bevindt zich in de directe nabijheid van de [a-straat 1]. Na dit gesprek zijn er geen telefoongesprekken meer geregistreerd.
10.
Een proces-verbaal met nummer 2011063441 van 24 maart 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren T152 en T039 (doorgenummerde pagina’s 20047 tot en met 20050).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op voormelde datum tegenover verbalisanten afgelegde verklaring van [getuige 1] :
Mijn mobiele telefoonnummer is 06- [002] . Zaterdag 12 maart 2011 werd ik gebeld door een vreemd telefoonnummer en kreeg ik [slachtoffer] (het hof begrijpt [slachtoffer] ) aan de telefoon. [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte] ) pakte de telefoon en wilde met mij praten. Daarna kwam de man (het hof begrijpt: [slachtoffer] ) weer aan de telefoon.
11.
Een proces-verbaal met nummer 2011063441 van 24 maart 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar T152 (doorgenummerde pagina’s 10106 tot en met 10109).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Ik heb een onderzoek ingesteld naar de camerabeelden van Coffeeshop Crashlight, gevestigd Pretoriusstraat 67 te Amsterdam, teneinde de bewegingen van [verdachte] vast te stellen. Twee van deze camera’s bieden uitzicht op de openbare weg, de Pretoriusstraat . Camera 1 bestrijkt een deel van de Pretoriusstraat in de richting van het Krugerplein, met daarbij inbegrepen de kruising met de Smitstraat. Camera 2 bestrijkt een deel van de Pretoriusstraat , kijkend in de richting van het Steve Bikoplein.
Uit onderzoek is gebleken dat [verdachte] in het bezit is van een personenauto van het merk Daihatsu, type Move, voorzien van het kenteken [AA-00-BB] .
De vermoedelijke personenauto van [verdachte] wordt op de camerabeelden op de volgende tijdstippen gezien:
12 maart 2011 te 15:57 uur, camera 1 en 2;
12 maart 2011 te 16:15 uur, camera 1 ;
12 maart 2011 te 18:05 uur, camera 1;
12 maart 2011 te 20:22 uur, camera 1 en 2;
12 maart 2011 te 20:45 uur, camera 1 en 2;
12 maart 2011 te 22:57 uur, camera 1 en 2;
12 maart 2011 te 23:09 uur, camera 1 en 2;
12 maart 2011 te 03:26 uur, camera 1 en 2;
12 maart 2011 te 05:12 uur, camera 1 en 2;
12 maart 2011 te 06:22 uur, camera 1 en 2.
12.
Een proces-verbaal kennisgeving van inbeslagneming met nummer 2011063441-51 van 28 maart 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] .
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 22 maart 2011 heb ik onder de verdachte [verdachte] de volgende goederen in beslag genomen.
Volgnummer 1
Schoeisel, 1 paar witte slippers, zwarte zool.
Spoor identificatienr. AADT2746NL.
13.
Een proces-verbaal kennisgeving van inbeslagneming met nummer 2011063441-59 van 1 april 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 6] en [verbalisant 7] (doorgenummerde pagina’s 11182 tot en met 11183).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten:
Naar aanleiding van een moord/doodslag op een man, aangetroffen in een woning aan de [a-straat 1], werden de slippers van een verdachte onderworpen aan een Lumiscene- onderzoek. Hierbij werd aan de onderzijde van de linker slipper een indicatie voor de mogelijke aanwezigheid van bloed aangetroffen. Deze slipper werd vervolgens bemonsterd en met behulp van de bloedindicatietest Tetrabase positief getest. De bemonstering werd veiliggesteld, inbeslaggenomen en omschreven als SIN AADT2723NL.
14.
Een proces-verbaal kennisgeving van inbeslagneming met nummer PL135J 2011063441-60 van 31 maart 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] (doorgenummerde pagina 11184).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Omschrijving van de inbeslaggenomen sporen SIN AADT2723NL
Onderzijde linker slipper (AADT2746NL).
15.
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut met nummer 2011.03.11.061 d.d. 26 april 2011, opgesteld door drs. H.N. Bauer (doorgenummerde pagina’s 10816 tot en met 10822).
Dit rapport houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
De bemonstering AADT2723NL#01 van de slipper is onderworpen aan een DNA-onderzoek. Van het DNA in de bemonstering AADT2723NL#01 is een DNA-mengprofiel verkregen. Uit dit DNA-mengprofiel is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man wiens celmateriaal relatief prominent in de bemonstering aanwezig is. Het DNA-profiel van het slachtoffer [slachtoffer] matcht met dit afgeleide DNA-hoofdprofiel. De berekende frequentie is kleiner dan één op één miljard.
16.
Een proces-verbaal met nummer 2011063441-104 van 27 mei 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] , [verbalisant 9] en [verbalisant 10] (doorgenummerde pagina’s 10941 tot en met 10950).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten:
Op 13 maart 2011 startten wij een onderzoek op het adres [a-straat 1] te Amsterdam. In het midden van de woonkamer zagen wij een dubbel geslagen rood tapijt. Tussen dit dubbel geslagen tapijt zagen wij in buikligging een stoffelijk overschot liggen. Wij zagen op het dubbelgeslagen tapijt op de canvaszijde ter hoogte van de linker elleboog van het stoffelijk overschot een fragment van een schoenzoolafdruk gezet met bloed.
De volgende stukken van overtuiging zijn in beslag genomen, veiliggesteld en omschreven als: AADT2259NL deel van tapijt over het stoffelijk overschot.
17.
Een proces-verbaal met nummer 2011026339-11 van 17 augustus 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 11] en [verbalisant 12] (doorgenummerde pagina’s 11251 tot en met 11253).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisanten:
Wij, beiden deskundige schoen- en bandensporen, ontvingen van [verbalisant 8] , senior technisch rechercheur Amsterdam Amstelland:
A: SIN AADT2746NL een paar slippers;
B: SIN AADT2259NL
een aantal foto’s van een spoor, aangetroffen op de onderzijde van een tapijt.
Verzocht werd te onderzoeken of het schoenspoor (B) veroorzaakt zou kunnen zijn met één van de slippers (A).
Op grond van de door ons tijdens het onderzoek opgedane bevindingen concluderen wij dat het met bloed gestempelde spoor (B) is veroorzaakt met schoeisel, voorzien van een soortgelijk profiel aan de slippers (A), waarbij de linker slipper als meest mogelijke veroorzaker kan worden aangemerkt.”