ECLI:NL:PHR:2011:BU4924
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging van kinderalimentatie en beoordeling van draagkracht
In deze zaak gaat het om een verzoek tot wijziging van kinderalimentatie, ingediend door de man, die in cassatie is gegaan tegen een eerdere beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De man en de vrouw zijn op 18 juli 1986 met elkaar gehuwd en hebben drie kinderen, waarvan de jongste, [de zoon], bij de vrouw woont. De vrouw heeft een zelfstandig verzoek ingediend om de man te verplichten tot betaling van kinderalimentatie van € 220,- per kind per maand. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, maar het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de man in zijn verzoek niet-ontvankelijk verklaard. De man heeft cassatieberoep ingesteld, waarbij hij vier onderdelen heeft ingediend die zich richten tegen de beoordeling van de draagkracht door het hof.
Het hof heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de man onvoldoende heeft onderbouwd dat hij arbeidsongeschikt is en dat hij niet in staat is om te werken. De man heeft geen rapport van een arbeidsdeskundige overgelegd en heeft niet gesolliciteerd, wat hem kan worden aangerekend. Het hof heeft geconcludeerd dat de man, gezien zijn werkervaring en de omstandigheden, in staat moet worden geacht om een inkomen te verwerven dat hem in staat stelt om kinderalimentatie te betalen. De man heeft echter in cassatie aangevoerd dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat hij een te risicovolle stap heeft genomen door zijn vaste baan op te geven voor een tijdelijk contract en dat het hof onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn medische situatie.
De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat de klachten van de man niet leiden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. De A-G stelt voor om het cassatieberoep te verwerpen, omdat het hof zijn oordeel voldoende heeft gemotiveerd en de feiten en omstandigheden op juiste wijze heeft gewogen.