ECLI:NL:HR:2011:BU4924

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/05497
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging kinderalimentatie en cassatieprocedure

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot wijziging van kinderalimentatie. De zaak is gestart door de man, die in cassatie ging tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.C. Carli-Lodder, verzocht om wijziging van de kinderalimentatie die was vastgesteld in eerdere beschikkingen. De vrouw en de zoon, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.P. Heering, hebben verzocht het beroep van de man te verwerpen.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar de eerdere beschikkingen van de rechtbank 's-Hertogenbosch en het gerechtshof, waarin de alimentatie was vastgesteld. De man heeft zijn beroep in cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof, die op 21 september 2010 was gegeven. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent was dat het cassatieberoep moest worden verworpen.

De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de man verworpen, waarmee de beschikking van het hof in stand blijft.

Uitspraak

16 december 2011
Eerste Kamer
Nr. 10/05497
TT/RA
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. M.C. Carli-Lodder,
t e g e n
1. [De vrouw],
2. [De zoon],
beiden wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. J.P. Heering.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw en de zoon.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 196215 / FA RK 09-3764 van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 24 november 2009;
b. de beschikking in de zaak HV. 200.058.231/01 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 21 september 2010.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De vrouw en de zoon hebben verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 16 december 2011.