ECLI:NL:PHR:2004:AN7529
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verkeersongeval tussen een Fiat Panda en een brandweerauto met betrekking tot aansprakelijkheid en schadevergoeding
In deze zaak gaat het om een verkeersongeval dat plaatsvond op 28 oktober 1998 binnen de bebouwde kom van Sprang-Capelle. Bij het ongeval waren betrokken een Fiat Panda, bestuurd door [eiseres 2] en eigendom van [eiser 1], en een brandweerauto, bestuurd door [betrokkene 1] en verzekerd bij Achmea Schadeverzekeringen N.V. De eisende partijen, [eiser 1] en [eiseres 2], hebben in cassatie beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter te Apeldoorn, dat hun vorderingen tot schadevergoeding had afgewezen. De eisers stelden dat de bestuurder van de brandweerauto hen had aangereden terwijl zij een inhaalmanoeuvre uitvoerden. Achmea voerde aan dat de bestuurster van de Fiat de brandweerauto had moeten laten voorgaan, aangezien deze als voorrangsvoertuig gold.
De kantonrechter had in zijn vonnis overwogen dat de bestuurster van de Fiat niet voldoende oplettend was geweest en dat zij de brandweerauto had moeten zien aankomen. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtsklachten van de eisers niet in behandeling konden worden genomen, omdat de begrijpelijkheid van de motivering van de kantonrechter niet kon worden beoordeeld zonder de juistheid van diens rechtsopvatting te betrekken. De Hoge Raad concludeerde dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat de bestuurster van de Fiat in strijd met de verkeersregels had gehandeld, en dat de vorderingen van de eisers niet ontvankelijk waren.
De conclusie van de Hoge Raad was dat het cassatieberoep van de eisers werd verworpen, en dat de eerdere uitspraak van de kantonrechter in stand bleef. Dit arrest benadrukt de beperkte toetsingsmogelijkheden in cassatie en de verantwoordelijkheid van bestuurders om zich aan de verkeersregels te houden, vooral in situaties met voorrangsvoertuigen.