ECLI:NL:PHR:1998:AV1127
Parket bij de Hoge Raad
- mr. Keijzer
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de veroordeling van een verdachte voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot cocaïne
In deze zaak heeft het Gerechtshof te Amsterdam de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, waarbij hij ruim 23 kilo cocaïne binnen Nederland heeft gebracht. De verdachte heeft cassatieberoep ingesteld tegen dit arrest. In de cassatieprocedure zijn verschillende klachten naar voren gebracht, waaronder de motivering van het Hof met betrekking tot de afwijzing van het verzoek om onderzoek naar de betrokkenheid van de geheime dienst van Peru. De verdachte heeft verklaard dat de cocaïne na het inchecken in zijn bagage is gestopt, maar het Hof heeft deze verklaring als onwaarschijnlijk bestempeld. Het Hof oordeelde dat de verdachte moet hebben geweten wat er in zijn bagage zat, en dat er geen concrete aanwijzingen waren voor de betrokkenheid van de geheime dienst. De verdediging heeft verzocht om nader onderzoek, maar dit verzoek werd afgewezen. De Hoge Raad heeft de motivering van het Hof als ontoereikend beoordeeld, met name omdat het Hof een cirkelredenering volgde door te stellen dat de verdachte moest hebben geweten wat in zijn bagage zat, zonder voldoende bewijs voor deze conclusie. De Hoge Raad concludeert dat de bestreden uitspraak vernietigd moet worden en de zaak moet worden verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling.