In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 21 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de niet-ontvankelijkheid van beroepen van belanghebbende tegen naheffingsaanslagen loonbelasting en premies AOV/AWW en AZV voor de jaren 2013 tot en met 2015. De belanghebbende, een vennootschap opgericht naar Arubaans recht, had eerder bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen, maar het Gerecht in eerste aanleg had deze beroepen niet-ontvankelijk verklaard. Het Hof oordeelde dat het aan de Inspecteur is om aan te tonen dat de uitspraken op bezwaar door belanghebbende zijn ontvangen. Echter, het Hof achtte de ontkenning van ontvangst door belanghebbende evident ongeloofwaardig, waardoor de ontvangst van de uitspraken op bezwaar als voldoende aannemelijk werd geacht. Het Hof bevestigde de uitspraak van het Gerecht en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de belastingplichtige om tijdig beroep in te stellen en de gevolgen van het niet tijdig indienen van bezwaar of beroep.