ECLI:NL:OGHACMB:2024:2
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.M. van der Bunt
- G.C.C. Lewin
- E.W.A. Vonk
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen verstekvonnis niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 23 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft een verzetprocedure van de Rafidain Bank tegen een verstekvonnis dat op 26 mei 2014 was uitgesproken door het Gerecht in Curaçao. Het verstekvonnis verplichtte de Rafidain Bank tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan de Poultry and Poultry Products JSC (PPP) in verband met niet uitgekeerde kredietbrieven. Rafidain Bank heeft op 1 maart 2021 verzet aangetekend tegen het verstekvonnis, maar het Gerecht heeft dit verzet niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Het Hof oordeelde dat de verzettermijn was gaan lopen op de dag van de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis, die plaatsvond op 23 december 2014. De Rafidain Bank had dus uiterlijk op 6 januari 2015 verzet moeten instellen. Het Hof heeft vastgesteld dat de Rafidain Bank bekend was met het verstekvonnis, onder andere door een exequaturprocedure in Irak, en dat er geen reden was om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen. Het Hof bevestigde het vonnis van het Gerecht en veroordeelde Rafidain Bank in de kosten van het hoger beroep.