Uitspraak
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
Bij brief van 30 september 2021 heeft [verweerster] aan de rector bericht dat zij haar dienstverband per 1 december 2021 wil beëindigen. Op 26 oktober 2021 heeft de UoC de opzegging van het dienstverband schriftelijk bevestigd en aan [verweerster] onder meer verzocht haar laptop en ander materiaal van de UoC af te geven en te zorgen voor een overdracht van haar werkzaamheden. Eveneens op 26 oktober 2021 heeft de rector schriftelijk ontslag verleend aan [verweerster] per 1 december 2021.
Bij e-mailbericht van 26 oktober 2021 heeft [verweerster] aan de UoC bericht dat haar salaris over de maand oktober 2021 nog niet is uitbetaald en de UoC gesommeerd het salaris diezelfde dag nog uit te betalen. Daarop heeft de UoC bij de in beroep bestreden brief van 26 oktober 2021 geantwoord dat de uitbetaling van haar salaris is stopgezet omdat [verweerster] geen gevolg heeft gegeven aan het verzoek om voor een overdracht van haar werkzaamheden te zorgen.
Uitspraak van het Gerecht
Hoger beroep
Op grond van artikel 3, eerste lid van de Lar wordt onder beschikking verstaan: een schriftelijk besluit inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling die niet van algemene strekking is.
Artikel 13 van de LvUoC bepaalt dat het personeel van de UoC bestaat uit de wetenschappelijke staf en het overige personeel.
Artikel 15 van de LvUoC bepaalt dat de leden van de wetenschappelijke staf door de rector worden benoemd, geschorst en ontslagen, na overleg met de decaan en in bepaalde gevallen slechts na goedkeuring van de raad van toezicht. De benoeming van leden van de wetenschappelijke staf geschiedt op grond van artikel 16 van de LvUoC met vermelding van de faculteit waarin zij worden benoemd en onder omschrijving van hun leeropdracht. Op grond van artikel 18 van de LvUoC wordt de rechtspositie van de leden van de wetenschappelijke staf bij hun benoemingsbesluit geregeld.
Artikel 20 van de LvUoC bepaalt dat de rector het overige personeel benoemt, schorst en ontslaat. Op het overige personeel is artikel 18 van overeenkomstige toepassing.
Beslissing
vernietigtde uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 2 maart 2022 in zaak nr. CUR202103902;
wijsthet beroep ter verdere behandeling
terugnaar het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao;
bepaaltdat het door University of Curaçao Dr. Moises da Costa Gomez in hoger beroep gestorte griffierecht door de griffier van het Hof wordt terugbetaald.