In deze zaak heeft de eiseres, een wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de University of Curaçao (UoC), haar salaris over oktober 2021 niet ontvangen. Na een verzoek om uitbetaling, heeft UoC de uitbetaling stopgezet, omdat eiseres niet had voldaan aan een verzoek van haar leidinggevende. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 24 januari 2022 heeft eiseres haar verzoek ingetrokken. Het Gerecht heeft vervolgens de bevoegdheid van de bestuursrechter beoordeeld.
Het Gerecht concludeert dat de rechtsverhouding tussen partijen uitsluitend gebaseerd is op de arbeidsovereenkomst en dat er geen benoemingsbesluit is voor de functie van eiseres. Hierdoor is de bestreden brief geen beschikking in de zin van de Landsverordening en is het Gerecht niet bevoegd om de zaak te beoordelen. Het Gerecht heeft UoC veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht aan eiseres, omdat het voor haar niet duidelijk was welke rechter bevoegd was.
De uitspraak is gedaan door rechter N.M. Martinez en is openbaar uitgesproken op 2 maart 2022. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving van de uitspraak. Het Gerecht verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroep en bepaalt dat UoC het griffierecht van NAf 150,- aan eiseres dient te vergoeden.