ECLI:NL:OGHACMB:2020:227
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Hoger beroep
- E.A. Saleh
- J.E.M. Polak
- B.J. van Ettekoven
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba, waarin het bezwaar van appellante tegen een bestuurlijke boete van Afl. 171.833,20 ongegrond werd verklaard. De minister van Justitie, Veiligheid en Integratie had deze boete opgelegd op 14 september 2015. Appellante heeft haar bezwaarschrift echter pas op 27 oktober 2015 ingediend, wat buiten de wettelijke termijn van zes weken viel, zoals neergelegd in artikel 11, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Het Gerecht verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, wat appellante in hoger beroep aanvecht.
Appellante betoogt dat de termijnoverschrijding niet aan haar mag worden tegengeworpen, omdat zij eerder beroep had ingesteld en het Gerecht zich toen al had gebogen over de ontvankelijkheid van haar bezwaar. Het Hof oordeelt echter dat de eerdere uitspraken niet impliciet bevestigend waren ten aanzien van de ontvankelijkheid van het bezwaar. Het Hof wijst erop dat de wettelijke bepalingen omtrent de termijnoverschrijding strikt zijn en dat het Gerecht niet kan afwijken van deze regels, ook niet in het geval van een boete die als een 'criminal charge' wordt beschouwd onder artikel 6 van het EVRM.
Het Hof concludeert dat het Gerecht terecht het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat de rechtmatigheid van de beschikking van 15 december 2017 niet meer aan de orde kan komen. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard en de uitspraak van het Gerecht wordt bevestigd. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.