2.4.In een mail van 14 september 2017 van de Inspecteur aan het Hof heeft de Inspecteur onder meer het volgende geschreven:
“Bij mail van 28 oktober 2016 (bijlage 1) is door appellant aangegeven van welke documenten appellant een kopie wenst te ontvangen van de Inspecteur. In reactie hierop is door de Inspecteur in haar mails van 28 oktober en 1 november 2016 (bijlage 1) aangegeven dat het verzoek van appellant niet overeenstemt met hetgeen in het proces-verbaal is vastgelegd, namelijk dat door appellant een brief zou worden opgesteld, met daarin opgenomen de openstaande geschilpunten.
Bij mail van 6 december 2016 heeft appellant een overzicht gestuurd van de openstaande geschilpunten (bijlage 1). In verschillende bijeenkomsten zijn deze geschilpunten besproken. Het openstaande bedrag van de Uitnodiging tot betaling (UTB) was AFl 286.006,80. Dit bedrag was zoals reeds eerder gesteld tot stand gekomen naar aanleiding van een boekencontrole, waarbij tevens aansluiting was gezocht met de administratie van [ T ], dit omdat de administratie die appellant ter beschikking stelde niet voldoende was om een voorraadverloop vast te stellen en [ T ] veel goederen vanuit het entrepot van appellant aangeleverd kreeg.
De administratie die appellant uiteindelijk heeft ingeleverd is voor de controlerend
ambtenaar destijds aanleiding geweest om de controle nogmaals uit te voeren, hetgeen heeft geleid tot een hoger bedrag aan vermis, namelijk AFl 303.062,49. Deze controle heeft echter niet geleid tot een nieuwe UTB, onder intrekking van de huidige in geschil zijnde UTB, dan wel een aanvullende UTB.
Naar aanleiding van de geschilpunten heeft enkele malen overleg plaatsgevonden met appellant. Naar de mening van appellant is er geen sprake van vermis, omdat:
1. Goederen rechtstreeks zijn overgebracht naar [ T ] en dus nooit in haar entrepot zijn ingeslagen, terwijl dit niet blijkt uit aantekeningen op het opslagdocument (zie de opmerkingen op de lijst met geschilpunten);
2. De door haar zelf opgestelde voorraadkaarten zouden aantonen dat de opslag is gedekt door documenten (zie de opmerkingen op de lijst met geschilpunten), echter er worden geen uitslagdocumenten overlegd;
3. Het door appellant gedurende de besprekingen overlegde, met de hand opgestelde, voorraadverloop zou aantonen dat er geen dan wel een veel geringer vermis zou moeten worden geconstateerd. Deze aangeleverde overzichten zijn door een controlerend ambtenaar gecontroleerd die heeft geconstateerd dat er onjuistheden in het voorraadverloop zitten, omdat uitslagen niet worden gedekt door documenten, dan wel worden gedekt door documenten die na de onderzoeksperiode zijn opgesteld.
Om tot een oplossing te komen is de Inspecteur akkoord gegaan met het schrappen van het vermis in die gevallen waarin appellant aangeeft dat de goederen rechtstreeks zijn geleverd aan [T ]
.Daarnaast is voorgesteld om het overzicht van het vermis van de eerste controle, die heeft geleid tot de in geschil zijnde UTB, en het overzicht van de tweede controle, die nimmer tot een aanvulling van de in geschil zijn de UTB of tot een nieuwe UTB heeft geleid, naast elkaar te leggen en daarbij de goederen die voorkomen op de lijst van de eerste controle maar niet op de lijst van de tweede controle, te schrappen op de lijst van de eerste controle. Daarnaast is voorgesteld om voor de overgebleven goederen het vermis vast te stellen op de laagste hoeveelheid van de beide controles. De Inspecteur heeft dit voorstel in haar mail van 7 april 2017 (bijlage 2) richting appellant vastgelegd. Dit voorstel leidt tot een openstaand bedrag van AFl 148.547,42.
Appellant wenst echter niet met dit voorstel in te stemmen en heeft in zijn mail van 13 april 2017 aan uw Hof laten weten dit gehele bedrag te betwisten. Uit het overzicht van de geschilpunten blijkt echter dat appellant niet alle vermissen, voor een bedrag ad AFl 20.106,96, betwist (zie bijlage 1 ).
Aangezien appellant niet met bewijzen komt dat de goederen die worden vermist op een juiste wijze, namelijk onder dekking van documenten, zijn uitgeslagen uit het entrepot, handhaaft de Inspecteur haar standpunt dat er sprake is van een vermis voor een bedrag ad AFl 148.547,42.”