2.1.1Bij splitsingsakte van 24 april 2009 zijn vier gebouwen op het complex [plaats] in Sint Maarten gesplitst in 69 appartementen in totaal. Bij dezelfde akte is de VvE opgericht als vereniging van eigenaars van appartementsrechten. De akte bevat onder meer de volgende bepalingen (hierna: de bepalingen):
"B. FOUNDATION OF AN ASSOCIATION OF OWNERS AND ITS ARTICLES OF INCORPORATION
Thereupon the appearer (...) declared to define the articles of incorporation of the
Apartment Owners Association (in Dutch: "Vereniging van Eigenaren") as stipulated in
article 5:112 paragraph 2 of the Civil Code of the Netherlands Antilles (...) according to the following articles of incorporation and the Apartment Regulations as set out in this deed:
(...)
MEMBERSHIP RIGHTS AND OBLIGATIONS
ARTICLE 9
1. (...)
2. Members shall pay a share of the expenses of, or expenses charged to, the
Association in respect of each right of apartment owned, as specified in the
regulations and the house regulations.
MEETINGS/MEMBERS OF BOARD OF DIRECTORS
ARTICLE 11
1. At such time as the Corporation shall have conveyed to third parties rights of apartment to apartments in Building A, Building B, Building C and Building D,
which have the right to cast not less than ninety (90) percent of the total votes eligible
to be cast, the Corporation shall advise members of the date, time and place for a
Meeting of the Associaton.
2. (...)
5. Additional Meetings will be held annually and from time to time whenever deemed
necessary by the Chairman or when not less than fourteen (14) members sign and
lodge with the Chairman a written request for a Meeting, stating the subjects to be
discussed."
2.2.1In dit geding heeft de VvE betaling gevorderd van US$ 63.705,42 aan in 2010-2013 verschuldigd geworden bijdragen in de kosten van onderhoud en verzekering en verschenen rente, en betaling van de vanaf 2014 jaarlijks verschuldigde bijdragen, met rente en kosten.
2.2.2 [appellant] heeft verweer gevoerd. Hij heeft bij conclusie van dupliek onder 12 aangevoerd dat een op 7 juli 2010 gehouden vergadering van eigenaars in strijd met art. 11 van de bepalingen heeft plaatsgevonden, omdat het percentage van 90% niet was gehaald, en dat deze vergading nietig is verklaard. Bij akte van 8 september 2015 heeft hij zijn standpunt uitgewerkt, onder meer met de stelling dat art 11 lid 1 van de bepalingen aldus moet worden uitgelegd dat [appellant] pas onderhoudsgelden moet gaan betalen als 90% van de appartementsrechten verkocht zijn.
2.2.3De VvE heeft bij akte van 21 april 2015 onder 17-24 betoogd dat haar toenmalige bestuur op 7 juli 2010 de mening was toegedaan dat het mogelijk was een vergadering van eigenaars te houden indien minder dan 90% van de appartementen waren verkocht, maar dat dit niet meer van belang is, omdat er ook later, nadat er meer dan 90% van de appartementen waren verkocht, vergaderingen van eigenaars hebben plaatsgevonden. Bij memorie van antwoord heeft de VvE de mening van het toenmalige bestuur verdedigd.
2.2.4Het GEA heeft, verkort weergegeven, overwogen dat [appellant] het verweer heeft gevoerd dat er geen besluit en geen notulen van een vergadering van eigenaars zijn waaruit de goedkeuring van de hoogte van de verschuldigde bijdragen blijkt (rov. 3.1). Ten aanzien van de uitleg van art. 11 lid 1 van de bepalingen sluit het GEA zich aan bij de door de VvE voorgestane uitleg.
Ook kunnen er steeds vergaderingen worden bijeengeroepen op de voet van
art. 11 lid 5 van de bepalingen (rov. 3.2). Indien de door [appellant] voorgestane uitleg juist is, is de bepaling niet bindend (rov. 3.3). De enige plaats waar [appellant] de vorderingen kan bestrijden, is de vergadering van eigenaars (rov. 3.4). Het GEA heeft toegewezen: US$ 52.208,90 en de vanaf 2015 jaarlijks verschuldigde bijdragen, met rente en kosten.