“2.1.Belanghebbende is in 1987 bij overeenkomt een ‘limited partnership’ aangegaan naar het recht van de staat [ S ] (Verenigde Staten van Amerika) onder de naam [ Z ] Limited Partnership (hierna: de LP). De ‘general partner’ is in het onderhavige jaar ‘[ Q ] NV (hierna: [ Q ] NV) en de beide limited partners zijn belanghebbende en [ X ] NV (hierna: [ X ] NV). Alle drie partners zijn gevestigd in Aruba en zijn onderdeel van het [ XC ], waarvan [ XCC] (hierna: [ XCC]) de in de VS gevestigde moedervennootschap is. Zij hebben indertijd kapitaal in de LP ingebracht. De winsten en verliezen van de LP worden verdeeld op basis van het ingebrachte kapitaal. De LP exploiteert in Aruba onder meer het [ X ] (hierna: het [ X ] Hotel).
2.2.Belanghebbende heeft een Management Agreement (hierna: MA) gesloten met de LP (laatstelijk herzien in 1989) op grond waarvan zij het management van het Hotel voert. De MA heeft een looptijd tot 20 december 2020 en kan daarna nog twee maal 10 jaren worden verlengd.
2.3.De MA bepaalt in artikel 3.1 onder meer dat de LP
‘hereby’aan belanghebbende
‘the sole and exclusive right’verleent
‘to manage and operate the Hotel pursuant to the terms of this Agreement’en verder dat belanghebbende is gemachtigd om ‘in the name and at the expense’ van de LP, waar nuttig of nodig, overeenkomsten aan te gaan in verband met de bedrijfsvoering van het Hotel. Voorts is in artikel 3.1 van de MA te lezen dat al het hotelpersoneel in dienst zal zijn van de LP, behoudens de leden van de ‘executive staff’ van het Hotel (onder andere de general manager, controller, sales manager, food and beverage manager, chief engineer), die in dienst zullen zijn van belanghebbende (of een aan haar gelieerde vennootschap). Ingevolge de MA ontvangt belanghebbende voor haar management een jaarlijkse vergoeding van de LP, onderverdeeld in een basic fee, een supplementary fee en een incentive fee (artikel 4.2.1 MA). Deze fees zijn afhankelijk van de opbrengsten van het Hotel en bedragen respectievelijk 4% en 1 % van de bruto omzet (gross receipts) en 10 % van de bruto bedrijfswinst (gross operating profit).
2.4.Voorts is belanghebbende op grond van de MA (artikel 7.2) verplicht ten behoeve van het Hotel zogeheten chain services te (doen) leveren, zijnde [ X ]-keten diensten op het gebied van sales promotion, advertising, en public relations, managers/supervisors voor food & beverage en personeel, gecentraliseerde reserveringen, het beschikbaar stellen van gekwalificeerd personeel, etc. In de MA is bepaald dat belanghebbende het aan het Hotel toe te rekenen, pro rata deel van haar chain expenses (behoudens de kosten van de ‘executive staff’ van het Hotel) aan de LP mag doorberekenen (zonder winstopslag) en dat zij ook de overige operationele kosten van het Hotel aan de LP mag doorberekenen.
2.5.Op 1 januari 2003 hebben belanghebbende en [ XCC ] een Services Agreement (hierna: SA) gesloten. Op grond van deze overeenkomst (artikel 3) levert [ XCC ] of een van haar groepsvennootschappen aan belanghebbende de door deze benodigde ‘chain services’ en ‘[ X ] system services’ in verband met het voeren van het management van het Hotel. De SA geeft geen exacte omschrijving van de te verlenen diensten; in elk geval vallen daaronder sales en marketing, training van personeel en opname in de wereldwijde hotelgids en promotieprogramma’s van [ X ]Hotels. Belanghebbende is voor deze diensten aan [ XCC ] (of haar desbetreffende groepsvennootschap) een bedrag verschuldigd dat gelijk is aan het bedrag dat belanghebbende op grond van de MA als chain expenses en [ X ] system costs doorberekent aan de LP (kostenvergoeding zonder winstopslag). De aan [ XCC ] verschuldigde bedragen zijn betaalbaar onder de voorwaarde dat belanghebbende betaling van de LP heeft ontvangen en ook overigens onder dezelfde voorwaarden.
2.6.Voorts verleent [ XCC ] onder de SA (artikel 4) aan belanghebbende aanvullende adviesdiensten. Het betreft onder meer diensten op het gebied van: regionale ondersteuning, lokale ([ X ]-keten) inkoopprogramma’s, ‘budget and reporting formats’, human resources, home office resources, executive staff selection en ‘proprietary materials’ (materiaal met betrekking tot het merk en de naam ‘[ X ]’). [ XCC ] heeft als vergoeding voor deze diensten (artikel 8 SA) recht op 95 % van de basic fee en de incentive fee die belanghebbende onder de MA ontvangt. Deze bedragen zijn steeds betaalbaar binnen 3 dagen nadat belanghebbende de desbetreffende betalingen van de LP heeft ontvangen.
In de SA is opgenomen dat deze alleen is bedoeld om de uitvoering van bepaalde advies- en consultancy-diensten aan te bieden. In geen geval is de overeenkomst bedoeld om [ XCC ] als manager van het hotel te bestempelen of rechten of macht te geven in verband met de exploitatie van het Hotel.
2.7.Belanghebbende heeft geen eigen personeel in dienst en ze heeft ook geen bezittingen, anders dan welke in verband staan met haar partnership in de LP.
2.8.De LP is als ondernemer aangemerkt voor de BBO. Belanghebbende heeft geen BBO in rekening gebracht ter zake van de door haar ingevolge de MA aan de LP in rekening gebrachte management fees en vergoedingen voor overige diensten. De Inspecteur heeft terzake voor de onderhavige periodes naheffingsaanslagen BBO opgelegd. De aanslagen zijn opgelegd naar geschatte bedragen omdat toen de hoogte van de management fees en van de overige vergoedingen niet bekend was.”
In aanvulling hierop, stelt het Hof de volgende feiten vast, waarbij het Hof de nummering van het Gerecht zal vervolgen:
2.9.Bij uitspraak van 11 juli 2014, nrs. 2013/61743, 61745, 61746 en 61749 (ECLI:NL:ORBBACM:2014:21) heeft de Raad van beroep voor belastingzaken (de Raad) in een zaak van appellante betreffende naheffingsaanslagen BBO voor de jaren 2007 tot en met 2010 (onder meer) geoordeeld dat appellante wat het management van het Hotel betreft heeft te gelden als afzonderlijk ondernemer voor de BBO en dat derhalve BBO verschuldigd is over de bedrijfsomzet die zij heeft gerealiseerd in het kader van haar onderneming door het verrichten van diensten aan de LP. 2.10.Bij uitspraak van 1 september 2014, nrs. 2013/61786 tot en met 61789 (ECLI:NL:ORBBACM:2014:22) heeft de Raad in een zaak van [ Q ] NV, de general partner van de LP, betreffende naheffingsaanslagen BBO voor de jaren 2007 tot en met 2010 geoordeeld dat [ Q ] NV, als zijnde verantwoordelijk voor de algemene vennootschappelijke gang van zaken bij de LP, waaronder bestuur, beleid, administratie en boekhouding, niet als ondernemer in de zin van de BBO heeft te gelden en dat de aan [ Q ] NV opgelegde naheffingsaanslagen dienen te worden vernietigd. De Raad heeft vastgesteld dat [ Q ] NV, behoudens het fungeren van general partner van de LP, geen eigen activiteiten heeft verricht of personeel in dienst heeft, zodat zij voor haar werkzaamheden derden diende in te schakelen. [ Q ] NV heeft voor haar activiteiten geen vergoeding ontvangen.
2.11.De laatste herziene MA welke appellante heeft gesloten met de LP dateert van augustus 1989 en heeft een looptijd tot 20 december 2020. Nadien kan de MA nog twee maal 10 jaar worden herzien.
2.12.
Tot de stukken van het geding behoort onder meer de aangifte winstbelasting van appellante voor het jaar 2012. In die aangifte is onder 21a Gross sales een bedrag vermeld van Afl. 9.054.114 en onder 25n Advisors fee Afl. 8.601.408. Het verschil tussen voornoemde bedragen betreft de 5 % welke appellante op grond van het bepaalde in de MA toekomt.