Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De tussen partijen vaststaande feiten
3.Geschil
4.De standpunten van partijen
5.Beoordeling van het geschil
het spraakgebruiken ook
boekhoudkundigeen ‘doorlopende post’: belanghebbende ontvangt deze bedragen als terugbetaling van kosten welke zijn gemaakt voor rekening van de LP en zij ‘lopen’ uitsluitend ‘door’ de boekhouding van belanghebbende. Teneinde voor de BBO te worden aangemerkt als doorlopende posten, is echter tevens vereist dat de desbetreffende kosten
in naam vande LP zijn gemaakt (dat wil zeggen, dat er een rechtsverhouding bestaat tussen de LP en DX) en daarvan is bij (de uitvoering van) de SecA geen sprake. Belanghebbende heeft te dezen nog verwezen naar (artikel 79 onderdeel c van) de Europese BTW-Richtlijn (richtlijn 2006/112/EG), doch ook blijkens de bewoordingen van dat artikelonderdeel moet de ondernemer optreden in naam van zijn opdrachtgever. De Raad merkt in dit verband nog op dat het in Nederland tot 1 januari 2005 geldende beleid ter zake van zogeheten verschotten (ook) op dit punt niet conform de Europese regeling was en is vervallen. De Raad acht het, mede gelet op de tekst van artikel 3 Lvo BBO dan ook geraden in deze aan te sluiten bij de Nederlandse regelgeving en jurisprudentie. Bij gebreke van een rechtsverhouding tussen de LP en DX kunnen mitsdien ook de charged payroll expenses niet als een doorlopende post worden aangemerkt.