Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Pensioenaanspraak
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 12 maart 2021 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een belanghebbende en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende, een onderneming gevestigd te Sint Maarten, had een pensioenaanspraak toegekend aan haar directeur en enig aandeelhouder, die op 2 februari 1950 was geboren. De pensioenaanspraak zou oorspronkelijk ingaan op 1 maart 2010, maar is bij overeenkomst uitgesteld tot 1 maart 2015. Vanaf deze datum zijn er echter geen pensioenuitkeringen gedaan, wat leidde tot de conclusie dat de pensioenaanspraak niet langer als zuiver kon worden aangemerkt. De Inspecteur legde naheffingsaanslagen op voor de loonbelasting en premie AVBZ over het jaar 2015, inclusief vergrijpboetes wegens het opzettelijk niet betalen van deze belastingen.
De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen, maar de Inspecteur handhaafde deze bij uitspraken op bezwaar. De belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld. Tijdens de zitting, die via videoverbinding plaatsvond vanwege coronamaatregelen, werd de kwestie besproken. De Inspecteur stelde dat de pensioenaanspraak onzuiver was geworden, waardoor deze tot het loon van de belanghebbende moest worden gerekend. De belanghebbende betwistte dit en voerde aan dat er een overeenkomst was gesloten over de pensioenuitkeringen.
Het Gerecht oordeelde dat de belanghebbende niet had aangetoond dat er daadwerkelijk pensioenuitkeringen waren gedaan en dat de pensioenaanspraak vanaf 1 maart 2015 niet meer voldeed aan de voorwaarden voor een zuivere pensioenregeling. Hierdoor werd de volledige pensioenaanspraak tot het loon gerekend, wat leidde tot de naheffingsaanslagen. De boetes werden ook bevestigd, omdat de belanghebbende opzettelijk had nagelaten de pensioenaanspraak in de aangifte op te nemen. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard.