Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Beroep inzake naheffingsaanslag winstbelasting 2016
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
Vergoeding kosten bezwaar
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 12 maart 2021 uitspraak gedaan over de weigering van de status van Vrijgestelde Vennootschap aan belanghebbende door de Inspecteur der Belastingen. Belanghebbende, een besloten vennootschap opgericht op 6 september 2016, had op 23 november 2016 verzocht om deze status, maar de Inspecteur heeft dit verzoek niet ingewilligd en de naheffingsaanslagen voor de jaren 2016 en 2018 opgelegd. De Inspecteur stelde dat de structuur van belanghebbende in strijd was met de wetgeving, met toepassing van het principe van fraus legis. Het Gerecht oordeelde echter dat de Inspecteur ten onrechte de status van Vrijgestelde Vennootschap had geweigerd, aangezien belanghebbende geen belang had bij de beoogde opzet en er geen sprake was van een rechtshandeling. De naheffingsaanslag voor 2018 werd vernietigd, en het beroep inzake de naheffingsaanslag voor 2016 werd niet-ontvankelijk verklaard. Het Gerecht oordeelde verder dat de Inspecteur de proceskosten van belanghebbende diende te vergoeden en het griffierecht terug te betalen.