Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Vermelding onjuist tijdvak
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Op 14 oktober 2020 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten uitspraak gedaan in een zaak waarin belanghebbende, een onderneming gevestigd te Sint Maarten, in beroep ging tegen een naheffingsaanslag BBO (Belasting op Bedrijfsomzetten) en een verzuimboete die door de Inspecteur der Belastingen was opgelegd. De naheffingsaanslag betrof een bedrag van NAf 30.487 over de maand december 2012, met een verzuimboete van NAf 4.573. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard door de Inspecteur. Hierop volgde een beroep bij het Gerecht, dat in een eerdere uitspraak op 7 maart 2019 het beroep ongegrond verklaarde. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie vernietigde deze uitspraak en verwees de zaak terug naar het Gerecht voor verdere behandeling.
Tijdens de zitting op 8 oktober 2020, die via videoverbinding werd geleid vanwege coronamaatregelen, werd het geschil besproken. Belanghebbende voerde aan dat de naheffingsaanslag onterecht was omdat het aanslagbiljet een onjuist tijdvak vermeldde, namelijk december 2012, terwijl de aanslag betrekking had op het gehele jaar 2012. Het Gerecht oordeelde dat de vermelding van het onjuiste tijdvak berustte op een duidelijke vergissing, die voor belanghebbende kenbaar was. De naheffingsaanslag werd derhalve gehandhaafd.
Daarnaast werd de verzuimboete van 15% van de naheffingsaanslag besproken. Het Gerecht oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, aangezien belanghebbende de BBO niet tijdig had betaald. De verwijzing naar een eerdere uitspraak waarin een vergrijpboete werd vernietigd, werd door het Gerecht niet als relevant beschouwd, omdat in dit geval sprake was van een verzuimboete en niet van een vergrijpboete. Uiteindelijk verklaarde het Gerecht het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af.