Uitspraak
**
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
3.DE BESLISSING
.
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 6 oktober 2025 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij de belanghebbende, een vennootschap gevestigd te Curaçao, beroep had ingesteld tegen een naheffingsaanslag winstbelasting en een verzuimboete. De belanghebbende had op 28 juni 2022 een naheffingsaanslag ontvangen, waartegen op 4 mei 2023 bezwaar was gemaakt. De Inspecteur verklaarde het bezwaar op 26 april 2024 niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Vervolgens werd op 25 juni 2024 beroep ingesteld, waarvoor griffierecht werd betaald. Tijdens de zitting op 19 maart 2025 werd duidelijk dat de belanghebbende geen schriftelijke machtiging had overgelegd om zich te laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Het Gerecht oordeelde dat het ontbreken van deze machtiging leidde tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. De belanghebbende had geen bewijs geleverd dat het beroepschrift door of namens haar was ondertekend. Het Gerecht concludeerde dat het bieden van herstel van dit gebrek geen zin had, aangezien de belanghebbende en haar aandeelhouder geen belangstelling meer hadden voor de zaak. De uitspraak van het Gerecht was dat het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard, zonder inhoudelijke beoordeling van de zaak. Tevens werd opgemerkt dat er mogelijk een bestuurdersaansprakelijkheidsprocedure zou worden gestart door de Inspecteur.