4.4Belanghebbende voert onder andere aan dat op basis van de door de Inspecteur gehanteerde jurisprudentie en in aansluiting met artikel 1, lid 4 van de Landsverordening belastingfaciliteiten investeringen, moet volgen dat belanghebbende wel een industrie uitoefent. Belanghebbende heeft daarbij gemotiveerd betwist dat in het productieproces geen machines en werknemers worden ingezet. Daarbij heeft zij een lijst van werknemers en van ingevoerde machines en gereedschappen overgelegd.
4.5.1Belanghebbende heeft aangevoerd dat de Douane niet de juiste procedure van Hoofdstuk III van de LvTVI heeft gevolgd bij de beoordeling van het verzoek om vrijstelling op basis van artikel 75, lid 1 letter s van de LvTVI. Volgens belanghebbende had de Inspecteur alvorens het verzoek van 7 juni 2021 af te wijzen een bezoek moeten brengen aan het bedrijf.
4.5.2De procedure voor het verkrijgen van vrijstelling is vermeld in artikel 30 van de LvTVI. Ingevolge artikel 30, lid 3 LvTVI dient belanghebbende daartoe tijdig een schriftelijke aanvraag in bij de douane met daarbij alle gegevens en bescheiden die nodig zijn voor een juiste beoordeling van de aanvraag. Artikel 30, lid 4 LvTVI schrijft voor dat de douane binnen negen maanden een gemotiveerde beslissing op het verzoek moet nemen. Naar het oordeel van het Gerecht heeft de Inspecteur door een beslissing te nemen (8 juni 2021) zonder een bedrijfsbezoek af te leggen, geen procedure geschonden. Daarbij neemt het Gerecht in aanmerking dat nu het verzoek om vrijstelling zeer summier was en niet met bescheiden was onderbouwd, de Inspecteur ook had kunnen volstaan met een beknopte motivering van de afwijzing.
Inhoudelijk: definitie term industrie
4.6.1Naar het oordeel van het Gerecht is de interpretatie die de Inspecteur geeft aan de term industrie te beperkt. De tekst van de wet noch de toelichting bieden steun aan de door de Inspecteur aangehaalde vereisten van (vergaande) mechanisering en automatisering. De inzet van arbeid is naar het oordeel van het Gerecht wel inherent aan de uitoefening van een onderneming maar uit de wet volgt niet hoeveel werknemers betrokken moeten zijn bij het productieproces. Aan de omvang van de bedrijfsactiviteiten wordt in de wet geen voorwaarden gesteld.
4.6.2Het Gerecht overweegt dat bij gebrek aan een omschrijving van de term industrie aansluiting kan worden gezocht bij de omschrijving van deze term in het Groot Woordenboek der Nederlandse taal van Van Dale (hierna: het woordenboek Van Dale), de Landsverordening belastingfaciliteiten investeringen alsmede de door de Inspecteur aangehaalde jurisprudentie van de Raad van Beroep voor belastingzaken (hierna: RvBB).
4.6.3Het woordenboek van Dale geeft – voor zover van belang - de volgende omschrijving van de term ‘industrie’:
“(…)
1. g.mv. economische bedrijvigheid waarbij grondstoffen technisch worden verwerkt tot (half)producten
2 g.mv. bedrijfstak die zich met de verwerking van grondstoffen tot (half)producten bezighoudt = nijverheid (2), fabriekswezen
• zware industrie
de voortbrenging van metaal (ijzer, staal, aluminium enz.) en zware machines
+ lichte industrie
• lichte industrie
de voortbrenging van consumptiegoederen als kleding, voedsel + zware industrie
(…)
3 g.mv. figuurlijk fabrieksmatige productie (bv. van verhalen, prenten)
4 industrieën bepaald fabrieksbedrijf, bepaalde industrietak (…)
5 bij uitbreiding bedrijf dat of bedrijfstak die geen grondstoffen verwerkt, maar zich bezighoudt met dienstverlening enz. (…) ook als tweede lid in samenstellingen als de volgende, waarin het eerste lid de geleverde dienst enz. noemt: amusementsindustrie, automatiseringsindustrie, begrafenisindustrie, beveiligingsindustrie, bewakingsindustrie, communicatie-industrie, porno-industrie, reclame-industrie, uitvaartindustrie.”
De Landsverordening belastingfaciliteiten investeringen
4.6.4In de Landsverordening belastingfaciliteiten investeringen (P.B. 2016-77) (hierna LvBI) wordt onder de term industrie verstaan: ‘een onderneming die hier te lande goederen verwerkt, bewerkt of assembleert tot een nieuw handelsproduct’ (artikel 1, lid 4).
4.6.5In de voorloper van deze landsverordening – de Landsverordening belastingfaciliteiten industriële onderneming (ingetrokken bij P.B. 2016-77) - wordt voor de term industrie ook dezelfde betekenis gehanteerd. Ingevolge artikel 1 letter e wordt onder industrie verstaan; ‘een bedrijf dat hier te lande goederen verwerkt, bewerkt of assembleert tot een nieuw handelsproduct.
4.6.6In beide verordeningen wordt voor de toekenning van belastingfaciliteiten, (waaronder vrijstelling van invoerrechten) weliswaar nadere voorwaarden gesteld ten aanzien van het investeringsbedrag en de werkgelegenheid, derhalve de omvang van de industrie, doch naar het oordeel van het Gerecht hebben deze voorwaarden geen betekenis voor de definitie van de term industrie. Deze voorwaarden die zien op de omvang van de industrie zijn enkel van belang voor het toekennen van de belastingfaciliteiten.
4.6.7In de door de Inspecteur aangehaalde jurisprudentie (zie 4.2.2) gaat het om de vraag of belanghebbende op basis van artikel 127, lid 1 aanhef en onder 7 van de Landsverordening In- Uit en Doorvoer (LIUD) (voorloper van de onderhavige bepaling) recht heeft op vrijstelling van invoerrechten.
4.6.8Ingevolge artikel 127, lid 1, aanhef en onder 7, van de LIUD zijn van heffing van invoerrechten vrijgesteld grondstoffen, hulpstoffen, halffabricaten en andere goederen, bestemd voor een industriële onderneming die deze goederen verwerkt, bewerkt of samenvoegt tot een nieuw product. In het Vrijstellingsbesluit wordt in dit verband een definitie gegeven van de term industrie. In artikel 5a lid 1, van het Vrijstellingsbesluit wordt onder een industriële onderneming verstaan, een bedrijf, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Landsverordening winstbelasting dat op regelmatige basis in continu bedrijfsproces met behulp van kapitaalgoederen nieuwe producten voortbrengt. Ook deze bepaling maakt geen gewag over het aantal werknemers dat moeten worden ingezet en evenmin over mechanisering en automatisering.
Bedrijfsactiviteiten zijn aan te merken als een industrie