Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Waarde onroerende zaak
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 29 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende, eigenaar van een onroerende zaak, en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van zijn onroerende zaak, gelegen op [adres 1], die door de Inspecteur was vastgesteld op NAf 750.000. De belanghebbende concludeert tot een vermindering van de aanslag naar een waarde van NAf 550.000, terwijl de Inspecteur handhaving van de aanslag voorstelt. Het Gerecht heeft vastgesteld dat geen van beide partijen erin is geslaagd de door hen voorgestane waarde aannemelijk te maken. Het Gerecht heeft daarom de waarde in goede justitie vastgesteld op NAf 700.000.
Daarnaast heeft de belanghebbende verzocht om de aanslag te vernietigen op grond van verjaring. De aanslag was opgelegd op 14 december 2018, en het Gerecht oordeelt dat deze tijdig is opgelegd, waardoor het beroep op verjaring niet slaagt. Het Gerecht heeft de uitspraken op bezwaar vernietigd en de aanslag voor de onroerende zaak [adres 2] naar een waarde van nihil verminderd. Tevens is de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, die zijn vastgesteld op NAf 1.400, en het betaalde griffierecht van NAf 50 dient te worden vergoed aan de belanghebbende.