In deze zaak heeft eiseres, een naamloze vennootschap gevestigd te Curaçao, beroep ingesteld tegen een brief van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) waarin nieuwe tarieven voor PCR-testen zijn vastgesteld. Eiseres, die in het verleden als enige laboratorium PCR-testen afnam voor SVB-verzekerden, vond de nieuwe tarieven te laag en stelde dat de brief een beschikking was in de zin van artikel 3 van de Landsverordening administratieve rechtspraak (Lar). Het Gerecht moest eerst vaststellen of het bevoegd was om kennis te nemen van het beroep, aangezien alleen tegen een beschikking beroep kan worden ingesteld bij de Lar-rechter.
Het Gerecht oordeelde dat de brief geen beschikking was, omdat deze van algemene strekking was en gericht aan een open groep van (rechts)personen, namelijk alle laboratoria die PCR-testen voor SVB-verzekerden afnemen. De SVB had in haar verweerschrift aanvankelijk betoogd dat de brief geen beschikking was, maar wijzigde haar standpunt ter zitting. Het Gerecht concludeerde echter dat de brief informatief was en niet specifiek gericht op eiseres, waardoor het onbevoegd was om het beroep te behandelen. De uitspraak werd gedaan op 25 mei 2022, en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na kennisgeving.