Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Beroep niet tijdig beslissen
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 15 juni 2022 uitspraak gedaan over een naheffingsaanslag premies AOV/AWW die aan de belanghebbende was opgelegd over het tijdvak december 2018. De belanghebbende had tijdig aangifte gedaan en de verschuldigde premies betaald, maar de Inspecteur der Belastingen legde desondanks een naheffingsaanslag op van NAf 2.872, vergezeld van een verzuimboete van NAf 143. De belanghebbende maakte bezwaar tegen deze naheffingsaanslag en stelde dat deze ten onrechte was opgelegd, aangezien de belasting al was voldaan op 31 januari 2019, terwijl de naheffingsaanslag op 12 december 2019 werd opgelegd.
Het Gerecht oordeelde dat de naheffingsaanslag niet terecht was opgelegd, omdat niet aan de voorwaarden van artikel 16 van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) was voldaan. De Inspecteur had geen recht om een naheffingsaanslag op te leggen, aangezien de belasting al was betaald. Het beroep van de belanghebbende tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar werd gegrond verklaard, en de naheffingsaanslag werd vernietigd. Daarnaast werd de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende en moest het betaalde griffierecht worden vergoed.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van belasting en de juiste toepassing van de wet door de belastingautoriteiten. De belanghebbende had de juiste stappen ondernomen door bezwaar te maken en beroep in te stellen tegen het niet tijdig beslissen, wat leidde tot een gunstige uitkomst in deze zaak.