Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
.
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Basiskorting
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 10 februari 2021 uitspraak gedaan in een beroep van een belanghebbende, een ingezetene van Nederland, tegen een aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2016. De belanghebbende had loon genoten uit een dienstbetrekking in Curaçao, maar was niet binnen Curaçao woonachtig. Met ingang van 1 januari 2015 is in de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (LIB) bepaald dat niet binnen Curaçao wonende belastingplichtigen geen recht hebben op de basiskorting. De Inspecteur der Belastingen had bij het vaststellen van de aanslag de basiskorting niet toegepast, wat leidde tot het geschil.
De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar de Inspecteur handhaafde deze bij uitspraak op bezwaar. Vervolgens heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij het Gerecht. Tijdens de zitting, die via videoverbinding plaatsvond vanwege coronamaatregelen, heeft de belanghebbende haar standpunt toegelicht, terwijl de Inspecteur vertegenwoordigd was door een gemachtigde.
Het Gerecht overwoog dat de Inspecteur terecht de basiskorting niet had toegepast, aangezien de belanghebbende geen ingezetene van Curaçao was in het jaar 2016. De uitspraak op bezwaar was niet tijdig gedaan, maar dit tastte de rechtsgeldigheid van de aanslag niet aan. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen vergoeding van proceskosten of griffierecht toegekend. De belanghebbende werd geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.