Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Ontvankelijkheid bezwaar 2015
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 3 oktober 2019 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een belanghebbende, een ingezetene van Nederland, en de Inspecteur der Belastingen van Curaçao. De belanghebbende ontving pensioenuitkeringen uit Curaçao en was in geschil over de toepassing van de basiskorting op zijn inkomstenbelastingaanslagen voor de jaren 2015 en 2016. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen, maar het bezwaar voor 2015 werd niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De belanghebbende stelde dat hij niet op de hoogte was van zijn recht op de basiskorting tot hij brieven ontving van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC). Het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur de basiskorting voor 2016 ten onrechte niet had toegepast, omdat de uitlatingen van de SVB en het APC bij de belanghebbende de indruk hadden gewekt dat hij recht had op deze korting. Het beroep inzake de aanslag inkomstenbelasting 2016 werd gegrond verklaard, en de aanslag werd verminderd. De uitspraak benadrukt het belang van het vertrouwensbeginsel in belastingzaken en de noodzaak voor de belastingautoriteiten om duidelijk te communiceren over wijzigingen in belastingwetgeving.