Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, is de waarde van een onroerende zaak voor de onroerendezaakbelasting in geschil. De belanghebbende, wonende te Curaçao, had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen onroerendezaakbelasting voor de jaren 2014 tot en met 2018, die waren opgelegd op basis van een waarde van NAf 1.080.000. Na bezwaar werd deze waarde verminderd tot NAf 900.000. De belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar en heeft op 6 mei 2020 beroep ingesteld. De zitting vond plaats op 22 januari 2021, waarbij de rechter via videoverbinding de zitting leidde vanwege coronamaatregelen.
Tijdens de zitting trok de belanghebbende de beroepen inzake de aanslagen voor de jaren 2015 tot en met 2018 in, maar het beroep tegen het niet tijdig beslissen bleef bestaan. Het Gerecht oordeelde dat de belanghebbende geen belang meer had bij dit beroep, omdat de Inspecteur inmiddels uitspraak had gedaan op het bezwaar. Het Gerecht concludeerde dat de waarde van de onroerende zaak niet aannemelijk was gemaakt door beide partijen. Uiteindelijk stelde het Gerecht de waarde in goede justitie vast op NAf 850.000, en vernietigde de uitspraak op bezwaar van de Inspecteur. De proceskosten werden vastgesteld op NAf 175, en het griffierecht van NAf 50 werd aan de belanghebbende vergoed.
De uitspraak werd gedaan op 9 februari 2021 door mr. dr. A.J.H. van Suilen, en de griffier was mr. S.C.M.J. Bucx. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.