Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.OVERWEGINGEN
Beroep niet tijdig beslissen op bezwaar
3.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
4.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 4 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil over een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) voor het jaar 2015. De belanghebbende, wonende te Curaçao, had een aanslag ontvangen voor een onroerende zaak met een waarde van NAf 1.800.000. De belanghebbende maakte bezwaar tegen deze aanslag, maar het bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de waarde van de onroerende zaak niet was gewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. De Inspecteur der Belastingen had de aanslag later wel verminderd tot NAf 1.100.000, maar dit gebeurde pas na het indienen van het beroep door de belanghebbende. Het Gerecht oordeelde dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar niet-ontvankelijk was, omdat de Inspecteur inmiddels uitspraak had gedaan op het bezwaar. Het Gerecht vernietigde de eerdere uitspraak op bezwaar van de Inspecteur, omdat deze niet in overeenstemming was met de wetgeving omtrent de onroerendezaakbelasting. De proceskosten werden toegewezen aan de belanghebbende, en de Inspecteur werd veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht van NAf 50. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de Inspecteur om tijdig te beslissen op bezwaren en de voorwaarden waaronder bezwaar kan worden gemaakt tegen de vastgestelde waarde van onroerende zaken.