Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
15.481
-/- 500
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Op 16 maart 2020 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij belanghebbende, een gepensioneerde, in beroep ging tegen een aanslag premieheffing AVBZ voor het jaar 2016. De Inspecteur had een premiepercentage van 2% toegepast op de AOV- en AOW-uitkeringen van belanghebbende, terwijl deze stelde dat het tarief van 1,5% van toepassing moest zijn op zijn volledige premie-inkomen. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar de Inspecteur handhaafde deze. Tijdens de zitting op 28 februari 2020 werd belanghebbende bijgestaan door een vertegenwoordiger, terwijl de Inspecteur ook aanwezig was.
Het Gerecht overwoog dat volgens de Landsverordening AVBZ het algemene tarief voor premieheffing 2% bedraagt, met uitzondering van pensioeninkomen, waarvoor een tarief van 1,5% geldt. Het Gerecht concludeerde dat de AOV- en AOW-uitkeringen niet als pensioeninkomen kunnen worden aangemerkt, omdat deze niet voortkomen uit een vroegere dienstbetrekking. De verwijzing van belanghebbende naar informatie op de website van de Belastingdienst werd niet gehonoreerd, aangezien dergelijke informatie de Inspecteur niet bindt. Uiteindelijk werd het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenvergoeding of griffierecht toegewezen.