Uitspraak
1.HET PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
Ontvankelijkheid bezwaar
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 6 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende, die in dienstbetrekking werkzaam is en een AOV-uitkering geniet, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Inspecteur om geen negatieve aanslag premieheffing AOV/AWW 2017 op te leggen. De werkgever had namelijk het werkgeversdeel van de premie AOV/AWW afgedragen, terwijl de belanghebbende niet meer verzekerd en premieplichtig was voor de AOV/AWW. De belanghebbende verrekende de afgedragen premie als voorheffing in zijn aangifte inkomstenbelasting.
Het Gerecht oordeelde dat de teruggave van het premiedeel werkgevers dat door de werkgever is betaald, aan de werkgever dient te worden verleend, aangezien deze onverschuldigd aan de Belastingdienst was betaald. De Inspecteur heeft terecht geweigerd het premiedeel werkgevers AOV/AWW terug te geven aan de belanghebbende. Het Gerecht verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, waarbij het gelijk aan de Inspecteur werd toegekend. De uitspraak benadrukt de scheiding tussen het premiedeel werknemers en werkgevers en de bijbehorende restitutieprocedures.