Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET BEROEP
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 17 juli 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende, een onderwijzeres, en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had in 2010 door haar werkgever een bedrag van NAf 10.712 aan premie BVZ afgedragen, maar was in 2015 niet verzekerd voor de BVZ omdat zij in dat jaar al bij een andere verzekeringsmaatschappij verzekerd was voor ziektekosten. De belanghebbende verzocht om teruggaaf van het werkgeversdeel van de premie BVZ, maar het Gerecht oordeelde dat zij hier geen recht op had. Het Gerecht stelde vast dat het werkgeversdeel voor rekening van de werkgever was gekomen en dat er geen recht op teruggaaf bestond, aangezien de belanghebbende niet verzekerd was voor de BVZ. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalde, omdat niet was aangetoond dat de Inspecteur een weloverwogen standpunt had ingenomen dat ook het werkgeversdeel van de premie aan de belanghebbende gerestitueerd diende te worden. De uitspraak concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor vergoeding van proceskosten of griffierecht.