ECLI:NL:OGEAA:2015:249
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op restitutie van teveel afgedragen premie AOV/AWW en de gevolgen voor het belastbaar inkomen
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 25 augustus 2015 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een werknemer, belanghebbende, en de Inspecteur der Belastingen in Aruba. De zaak betreft de vraag of een correctie van een te veel afgedragen premie AOV/AWW moet worden belast in het jaar 2006 of in het jaar 2011, het jaar waarin de restitutie aan de werknemer plaatsvond. De werknemer had in 2006 als managing director bij een bedrijf gewerkt en had aangifte gedaan van een belastbaar inkomen van Afl. 337.407. De werkgever had echter Afl. 31.757 aan premies AOV/AWW afgedragen, terwijl de maximaal verschuldigde premie voor dat jaar Afl. 6.907 bedroeg. Dit leidde tot een correctie van Afl. 24.850, die als verkapt loon werd aangemerkt.
Belanghebbende stelde dat de heffing in 2011 moest plaatsvinden, omdat de restitutie in dat jaar was ontvangen. Hij betwistte niet dat het teveel aan afgedragen premie als loon moest worden belast, maar voerde aan dat hij en de werkgever zich niet bewust waren van de te hoge afdracht in 2006. De Inspecteur daarentegen stelde dat belanghebbende al in 2006 recht had op restitutie en dat de aanslag niet te hoog was vastgesteld.
Het Gerecht oordeelde dat belanghebbende het verkapte loon niet in 2006 had genoten, omdat het restitutiebedrag hem in dat jaar niet ter beschikking was gesteld. De aanslag werd verminderd tot het aangegeven belastbare inkomen van Afl. 337.407. Tevens werd het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat de relevante regelgeving niet voorzag in een dergelijke vergoeding in belastingzaken in Aruba. De uitspraak werd gedaan door mr. E.F. Faase en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.