ECLI:NL:OGEAC:2020:113

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
8 mei 2020
Publicatiedatum
14 mei 2020
Zaaknummer
CUR2019 2804 - 02807
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake belastingaanslagen en verzuimboete

Op 8 mei 2020 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak tussen een belanghebbende en de Inspecteur der Belastingen. De zaak betreft een beroep tegen aanslagen inkomstenbelasting, premie AOV/AWW en premie AVBZ voor het jaar 2016, alsook een verzuimboete wegens het niet tijdig indienen van de aangifte. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen, maar de Inspecteur heeft deze na het instellen van het beroep ambtshalve verminderd. Hierdoor is het beroep inzake de aanslagen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de Inspecteur volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van de belanghebbende. Het Gerecht oordeelt dat de beroepen geen kans op een gunstiger resultaat meer bieden en verklaart deze daarom niet-ontvankelijk.

Daarnaast is de verzuimboete van NAf 250, opgelegd wegens het niet tijdig indienen van de aangifte, door het Gerecht als passend en geboden beoordeeld. De belanghebbende had de aangifte pas na de deadline ingediend, waardoor de boete terecht is opgelegd. Het Gerecht heeft de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van NAf 50 aan de belanghebbende te vergoeden, gezien de niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake de aanslagen. De uitspraak is gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen en is openbaar gemaakt op 14 mei 2020.

Uitspraak

Uitspraak van 8 mei 2020
BBZ nrs. CUR201902804 tot en met CUR201902807
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
UITSPRAAK
Na vereenvoudigde behandeling van het beroep in de zin van artikel 7a van de
Landsverordening op het beroep in Belastingzaken in het geding tussen:
[Belanghebbende], wonende te Curaçao,
belanghebbende,
gericht tegen:
DE INSPECTEUR DER BELASTINGEN, zetelend in Curaçao,
de Inspecteur.

1.PROCESVERLOOP

1.1
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 3 augustus 2018 aanslagen inkomstenbelasting, premie AOV/AWW en premie AVBZ voor het jaar 2016 opgelegd naar een belastbaar en premie-inkomen van NAf 52.718. Verder is een verzuimboete van NAf 250 opgelegd wegens het niet tijdig doen van aangifte.
1.2
Aan belanghebbende is met dagtekening 3 augustus 2018 een aanslag premie BVZ voor het jaar 2016 opgelegd naar een premie-inkomen van NAf 56.596.
1.3
Belanghebbende heeft op 6 september 2018 bezwaar gemaakt tegen de bovengenoemde aanslagen en verzuimboete.
1.4
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 26 juli 2019 de aanslagen en de verzuimboete gehandhaafd.
1.5
Belanghebbende heeft op 8 augustus 2019 tegen de uitspraken van de Inspecteur beroep ingesteld bij het Gerecht. Belanghebbende heeft daarvoor een bedrag aan griffierecht betaald van NAf 50.
1.6
De Inspecteur heeft op 20 april 2020 de aanslagen inkomstenbelasting, premie AOV/AWW en premie AVBZ voor het jaar 2016 ambtshalve verminderd tot aanslagen naar een belastbaar en premie-inkomen van NAf 42.638. Verder heeft de Inspecteur op 20 april 2020 de aanslag premie BVZ voor het jaar 2016 ambtshalve verminderd tot een aanslag naar een premie-inkomen van NAf 46.516.

2.OVERWEGINGEN OMTRENT HET BEROEP

2.1
Ingevolge artikel 7a Landsverordening op het beroep in belastingzaken (hierna: LBB) kan het Gerecht, totdat partijen zijn uitgenodigd voor de behandeling van de zaak, onmiddellijk uitspraak doen indien het beroep kennelijk niet-ontvankelijk of kennelijk ongegrond is. Het Gerecht ziet in dit geval daartoe aanleiding.
Aanslagen
2.2
De Inspecteur heeft hangende deze beroepsprocedure de aanslagen ambtshalve verminderd. Daarmee is volledig tegemoetgekomen aan de bezwaren van belanghebbende. Dit brengt mee dat de beroepen inzake de aanslagen niet meer tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat kunnen leiden.
2.3
Daarmee komt het belang aan deze beroepen te ontvallen (vgl. HR 8 september 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU4755; HR 3 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO5988; HR 15 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:43). Deze beroepen dienen daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Verzuimboete
2.4
De verzuimboete van NAf 250 is opgelegd vanwege het niet tijdig doen van de aangifte inkomstenbelasting.
2.5
Op grond van artikel 18, lid 1, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL) kan de Inspecteur ter zake van dit verzuim een boete opleggen van ten hoogste NAf 2.500.
2.6
In de Ministeriële regeling formeel belastingrecht is onder meer het boetebeleid van de Inspecteur neergelegd. Ingevolge artikel 4.4, lid 1 van deze ministeriële regeling legt de Inspecteur bij een eerste verzuim een boete op van NAf 250.
2.7
Belanghebbende is gehouden uiterlijk op 30 juni 2017 de aangifte inkomstenbelasting 2016 in te dienen. Aan belanghebbende is geen uitstel verleend. Belanghebbende heeft op 4 december 2017 de aangifte gedaan. Deze aangifte is dus buiten de termijn ingediend. De opgelegde boete van NAf 250 is overeenkomstig het boetebeleid van de Inspecteur. Het Gerecht acht deze boete passend en geboden.
Griffierecht
2.8
Het beroep inzake de aanslagen is niet-ontvankelijk verklaard omdat de inspecteur na het instellen van het beroep volledig aan de bezwaren van belanghebbende is tegemoetgekomen. Een redelijke wetstoepassing brengt mee dat de Inspecteur het betaalde griffierecht aan belanghebbende vergoedt (vgl. GEA Curaçao 26 juni 2018, ECLI:NL:OGEAC:2018:150) .

3.DE BESLISSING

Het Gerecht:
  • verklaart de beroepen inzake de aanslagen kennelijk niet-ontvankelijk;
  • verklaart het beroep inzake de verzuimboete kennelijk ongegrond;
  • draagt de Inspecteur op het door belanghebbende betaalde griffierecht van NAf 50 te vergoeden.
Deze uitspraak is gegeven door mr. dr. A.J.H. van Suilen, rechter, en uitgesproken op 8 mei 2020, in tegenwoordigheid van de griffier M.M.M. Faro MSc.
De griffier, De rechter,
Afschriften zijn per post/ per e-mail op ………………………… aan partijen verzonden.
VERZET
Tegen deze onmiddellijke uitspraak kunnen beide partijen binnen
twee maandenna de verzenddatum schriftelijk verzet doen bij:
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (belastingkamer)
Wilhelminaplein 4
Willemstad
Curaçao
Is het Gerecht van oordeel dat het verzet gegrond is, dan vervalt deze uitspraak en wordt de zaak alsnog in behandeling genomen.
U wordt verzocht bij het indienen van het verzetschrift het volgende in acht te nemen:
1. Leg bij het verzetschrift een afschrift over van deze uitspraak;
2. Onderteken het verzetschrift en vermeld het volgende:
a. de naam en het adres van de indiener,
b. de dagtekening,
c. waarom u het niet eens bent met deze uitspraak (de gronden van het verzet).
Partijen hebben ook de mogelijkheid het ondertekende verzetschrift per e-mail in te dienen bij de griffie van het Gerecht in eerste aanleg:
belastinggriffieCUR@caribjustitia.org.
Voor het doen van verzet is geen griffierecht verschuldigd.