Op 8 mei 2020 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak tussen een belanghebbende en de Inspecteur der Belastingen. De zaak betreft een beroep tegen aanslagen inkomstenbelasting, premie AOV/AWW en premie AVBZ voor het jaar 2016, alsook een verzuimboete wegens het niet tijdig indienen van de aangifte. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen, maar de Inspecteur heeft deze na het instellen van het beroep ambtshalve verminderd. Hierdoor is het beroep inzake de aanslagen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de Inspecteur volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van de belanghebbende. Het Gerecht oordeelt dat de beroepen geen kans op een gunstiger resultaat meer bieden en verklaart deze daarom niet-ontvankelijk.
Daarnaast is de verzuimboete van NAf 250, opgelegd wegens het niet tijdig indienen van de aangifte, door het Gerecht als passend en geboden beoordeeld. De belanghebbende had de aangifte pas na de deadline ingediend, waardoor de boete terecht is opgelegd. Het Gerecht heeft de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van NAf 50 aan de belanghebbende te vergoeden, gezien de niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake de aanslagen. De uitspraak is gedaan door mr. dr. A.J.H. van Suilen en is openbaar gemaakt op 14 mei 2020.