Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Naheffingsaanslag
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
belastinggriffie@caribjustitia.org.
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft belanghebbende, een B.V. gevestigd te Curaçao, beroep ingesteld tegen een naheffingsaanslag winstbelasting 2013 en een verzuimboete die door de Inspecteur der Belastingen was opgelegd. De belanghebbende had aangifte gedaan voor de winstbelasting 2012, wat resulteerde in een teruggaaf van NAf 277.000. Vervolgens deed zij aangifte voor de winstbelasting 2013, met een verschuldigd bedrag van NAf 38.000. Belanghebbende verzocht om de teruggaaf van de winstbelasting 2012 te verrekenen met de verschuldigde winstbelasting 2013. Het Gerecht oordeelde dat de inspecteur terecht de naheffingsaanslag en de verzuimboete had opgelegd, omdat de Landsverordening Invordering geen mogelijkheid biedt voor een belastingschuldige om zelfstandig tot verrekening over te gaan. Bovendien was de teruggaaf van de winstbelasting 2012 nog niet geformaliseerd in een aanslag, waardoor deze niet rechtens vorderbaar was. De uitspraak werd gedaan op 13 maart 2019 door rechter mr. dr. A.J.H. van Suilen, waarbij het beroep ongegrond werd verklaard.