Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Naheffingsaanslag
5.PROCESKOSTENVERGOEDING EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 26 juni 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had definitieve aangiften winstbelasting voor de jaren 2007, 2009 en 2012 ingediend, die resulteerden in terug te ontvangen bedragen. De belanghebbende verrekende de verschuldigde winstbelasting 2015 met deze restituties. De Inspecteur legde echter een naheffingsaanslag op van NAf 27.150 en een verzuimboete van NAf 1.357 wegens het niet tijdig betalen van de winstbelasting 2015. De belanghebbende maakte bezwaar tegen deze naheffingsaanslag en de verzuimboete, maar het Gerecht oordeelde dat de belanghebbende niet zelfstandig tot verrekening kon overgaan. De Inspecteur had de naheffingsaanslag terecht opgelegd, aangezien de winstbelasting 2015 niet tijdig was betaald. De verzuimboete werd ook als passend en geboden beschouwd. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard.