ECLI:NL:OGEAC:2018:32
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht door rechtspersoon
Op 6 maart 2018 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een belastingzaak tussen BVHH, gevestigd in Curaçao, en de Inspecteur der Belastingen van Curaçao. De zaak betreft een beroep tegen een naheffingsaanslag loonbelasting die aan belanghebbende was opgelegd. Belanghebbende had op 12 februari 2016 bezwaar aangetekend tegen de aanslag, maar de Inspecteur verklaarde dit bezwaar op 18 augustus 2016 niet-ontvankelijk. Vervolgens is belanghebbende in beroep gegaan tegen deze uitspraak.
Het Gerecht heeft belanghebbende op 15 december 2016 geïnformeerd over de verschuldigde griffierechten van Naf. 150,-, met de mededeling dat deze binnen zes weken betaald dienden te worden. Ondanks herinneringen, waaronder een e-mail op 27 maart 2017, heeft belanghebbende het griffierecht niet betaald. De bestuurder van belanghebbende heeft aangevoerd dat zowel hij als de rechtspersoon niet in staat zijn om het griffierecht te betalen.
Het Gerecht overweegt dat volgens de richtlijnen van de Hoge Raad, enkel natuurlijke personen een beroep op betalingsonmacht kunnen doen. Aangezien belanghebbende een rechtspersoon is, kan zij geen beroep doen op betalingsonmacht. Hierdoor is belanghebbende in verzuim door het niet betalen van het griffierecht, wat leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Het Gerecht heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, zonder inhoudelijke behandeling van de zaak.