ECLI:NL:OGEAC:2017:42

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
10 april 2017
Publicatiedatum
12 april 2017
Zaaknummer
A.R. 72467/2015
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de rechter in een incident na vreemdelingenbeslag op een schip met forumkeuze

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, gaat het om een bevoegdheidsincident naar aanleiding van een vordering van NuStar Energy Services Inc. tegen Waverley Shipping Opco LLC en andere partijen. NuStar heeft een conservatoir verhaalsbeslag gelegd op het schip OSTE, dat eigendom is van Waverley. De zaak betreft de vraag of het Gerecht in Curaçao rechtsmacht heeft om kennis te nemen van de vorderingen van NuStar, gezien de forumkeuze die is gemaakt in de contractuele voorwaarden van NuStar. Waverley en Caribe Tankers hebben zich in het incident onbevoegd verklaard, terwijl NuStar zich beroept op de rechtsmacht van de Curaçaose rechter op basis van het Brussels Beslagverdrag en artikel 767 Rv. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de vorderingen van NuStar een zeerechtelijke vordering betreffen en dat de rechtsmacht van de Curaçaose rechter in beginsel kan worden ontleend aan het Beslagverdrag. Echter, de exclusieve forumkeuze in de algemene voorwaarden van NuStar, die bepaalt dat geschillen in Houston, Texas, moeten worden behandeld, staat in de weg aan de rechtsmacht van de Curaçaose rechter. Het Gerecht heeft zich daarom onbevoegd verklaard ten aanzien van de vorderingen van NuStar tegen Waverley en Caribe Tankers, maar heeft de zaak tegen MCB doorverwezen naar een rolzitting voor verdere behandeling.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

VONNIS
in het bevoegdheidsincident
in de zaak van:
de rechtspersoon naar het recht van Delaware
NUSTAR ENERGY SERVICES Inc.,
gevestigd te San Antonio, Delaware, Verenigde Staten van Amerika,
eiseres in de hoofdzaak, gedaagde in het incident,
gemachtigden: mrs. M.R. Hammoud en A. Talmricht,
tegen
1. de rechtspersoon naar het recht van de Marshall Eilanden

WAVERLEY SHIPPING OPCO LLC,

2. de rechtspersoon naar het recht van de Marshall Eilanden
CARIBE TANKERS Ltd.,
beide gevestigd te Ajeltake Island, Marshall Eilanden,
gedaagden in de hoofdzaak, eisers in het incident,
gemachtigde: mr. J.A.M. Burgers,
en
3. de rechtspersoon naar het recht van Texas
O.W.BUNKER USA Inc.,
gevestigd te Houston, Texas, Verenigde Staten van Amerika,
gedaagde,
niet verschenen,
en
4. de naamloze vennootschap
MADURO & CURIEL’S BANK N.V.,
gevestigd te Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: aanvankelijk mr. G.B. Steward, thans mr. M.W.J.H. Welten.
Partijen worden hierna aangeduid als NuStar, Waverley, Caribe Tankers, O.W. Bunker en MCB.

1.Het verdere procesverloop

In de hoofdzaak en het incident
Voor het eerdere procesverloop wordt verwezen naar het vonnis in het cautio-incident van 30 november 2015.
Op 11 januari 2016 hebben Waverley en Caribe Tankers een incidentele conclusie tot onbevoegdheid genomen. NuStar heeft hierop bij conclusie van antwoord in het incident van 15 februari 2016 gereageerd.
Vervolgens is zowel in deze zaak als in de zaak tussen Waverley en NuStar met zaaknummer 72309 een comparitie van partijen gelast. Deze comparitie heeft op verzoek van partijen geen doorgang heeft gevonden.
Vonnis in het incident is nader bepaald op heden.

2.De vordering en het verweer

In het incident
2.1
Waverley en Caribe Tankers hebben het Gerecht verzocht zich onbevoegd te verklaren om kennis te nemen van het geschil tussen partijen, althans om NuStar niet-ontvankelijk te verklaren in haar vordering, met veroordeling van NuStar in de kosten van dit incident.
2.2
NuStar heeft verweer gevoerd.

3.De beoordeling

In het incident en in de hoofdzaak
3.1
Dit geding betreft - wat gedaagde Waverley betreft - de eis in de hoofdzaak na een door NuStar op 20 november 2014 te Curaçao ten laste van Waverley gelegd conservatoir verhaalsbeslag op het aan Waverley in eigendom toebehorende zeeschip OSTE. Op 26 november 2014 hebben Waverley en Caribe Tankers zekerheid gesteld in de vorm van een bankgarantie van MCB, waarna het beslag is opgeheven.
3.2
Het verzoekschrift waarmee dit geding is ingeleid, is ingediend op 25 februari 2015. Gevorderd wordt, samengevat, betaling van door NuStar in de haven van Houston, Texas, aan het schip geleverde bunkers. NuStar stelt dat zowel Waverley, Caribe Tankers als O.W. Bunker, respectievelijk eigenaar, tijdbevrachter en agent van het schip, jegens haar gehouden zijn de brandstof te betalen. Zij beroept zich daarbij onder meer op een koopovereenkomst en haar algemene voorwaarden.
3.3
Gelet op het internationale karakter van de zaak en het door Waverley en Caribe Tankers opgeworpen incident, dient te worden beoordeeld of de rechter te Curaçao rechtsmacht toekomt.
3.4
MCB is in Curacao gevestigd. Tussen de tegen haar gerichte vordering, betaling onder de bankgarantie, en de jegens de andere gedaagden ingestelde vorderingen bestaat echter geen samenhang in de zin van artikel 103 Rv op grond waarvan gezamenlijke behandeling door de Curaçaose rechter doelmatig en gerechtvaardigd kan worden geacht. De vestigingsplaats van MCB schept dus geen bevoegdheid ten aanzien van de andere gedaagden.
3.5
De Curaçaose rechter kan in deze zaak - wat Waverley betreft - in beginsel rechtsmacht ontlenen aan het Brussels Beslagverdrag 1952, dat sinds 10 oktober 2010 medegelding heeft voor Curaçao. Naar door NuStar is gesteld en door Waverley en Caribe Tankers niet is bestreden, betreft de vordering waarvoor NuStar het scheepsbeslag heeft gelegd een zeerechtelijke vordering in de zin van artikel 1 Beslagverdrag en is deze vordering bovendien ontstaan op de reis tijdens welke het beslag is gelegd als bedoeld in artikel 7 lid 1 sub c Beslagverdrag. Zoals bepaald in de aanhef van artikel 7 lid 1 Beslagverdrag, heeft het Gerecht van de Staat waar het beslag is gelegd rechtsmacht een uitspraak te doen in het bodemgeschil terzake een dergelijke zeerechtelijke vordering. De tegenwerping van Waverley en Caribe Tankers dat het Beslagverdrag geen bevoegdheid schept omdat het schip ten tijde van de beslaglegging onder de vlag van Liberia voer - welk land niet is aangesloten bij het Beslagverdrag - brengt hierin geen verandering. Het Gerecht verwijst daarvoor naar artikel 8 lid 2 Beslagverdrag en naar Gerechtshof Den Haag, 19 november 2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4912 (
Hero) en Rechtbank Rotterdam, 14 maart 2012, ECLI:NL:RBROT:2012:BV9334 (
Kaliakra). Andere redenen waarom de Beslagverdrag hier niet van toepassing zou zijn, zijn gesteld noch gebleken.
3.6
Daarnaast komt de Curaçaose rechter in deze zaak - wat Waverley betreft - in beginsel rechtsmacht toe op grond van artikel 767 Rv. Op grond van dit artikel kan na een gelegd vreemdelingenbeslag de eis in de hoofdzaak worden voorgelegd aan de rechter die het beslagverlof heeft verleend, indien geen andere weg openstaat om een executoriale titel hier te lande te verkrijgen. Vonnissen uit de hier mogelijk relevante andere jurisdicties - Delaware, Marshall Eilanden, Texas - kunnen in Curaçao bij gebreke van een daartoe strekkende verdrags- of wetsbepaling niet ten uitvoer worden gelegd. Weliswaar kan erkenning van die uitspraken volgen in een procedure ex artikel 431 lid 2 Rv, maar dat is niet gelijk te stellen met de verkrijging van een executoriale titel als bedoeld in artikel 767 Rv (vergelijk: Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, ECLI:NL:OGEAM:2015:27
McDonald’s Casino Royale vs Lis Inc.; anders: GHvJNAA 2 mei 2000, NJ 2001,24
Verenigde Staten vs Pyemag c.s.en GHvJNAA 21 december 2001, NJ 2002, 374
Dowley vs Lefoll). De door Waverley en Caribe Tankers genoemde omstandigheid dat het beslag is vervangen door een bankgarantie maakt dit niet anders, nu artikel 767 Rv het forum arresti ook bij een tegen zekerheidstelling opgeheven beslag uitdrukkelijk aanwijst als de bevoegde rechter voor de eis in de hoofdzaak.
3.7
De hiervoor genoemde grondslagen voor rechtsmacht zijn echter niet aan de orde in geval van een exclusieve forumkeuze. Daarvan is in dit geval sprake. Het Gerecht overweegt als volgt.
3.8
NuStar baseert haar vorderingen op O.W. Bunker, Waverley en Caribe Tankers op haar levering van brandstof ten behoeve van het schip. Zij beroept zich daarbij op een Sales Agreement tussen NuStar als Seller en O.W. Bunker als Buyer, en op haar General Terms and Conditions die daarin van toepassing zijn verklaard. Voorst verwijst zij naar een Purchase Order Confirmation door O.W. Bunker, haar Invoice aan O.W. Bunker, een Sales Order Confirmation van O.W. Bunker en een Marine Fuel Delivery Note van NuStar. Dit laatste document is getekend en gestempeld door de Chief Engineer van het schip, waardoor eigenaar Waverley en tijdbevrachter Caribe Tankers volgens NuStar zijn toegetreden tot de koopovereenkomst. Hun contractuele aansprakelijkheid volgt volgens NuStar tevens uit artikel 11 jo. 1 van haar General Terms and Conditions. Subsidiair is Waverley volgens NuStar jegens haar (verhaals)aansprakelijk op grond van de
Commercial Instruments and Maritime Liens Acten Caribe Tankers wegens ongerechtvaardigde verrijking. Op grond van de rechtskeuze in haar General Terms and Conditions en omdat de levering van de scheepsbrandstof heeft plaatsgevonden in de haven van Houston, wordt de rechtsverhouding tussen NuStar, O.W. Bunker, Waverley en Caribe Tankers volgens NuStar beheerst door het recht van Texas. Waverley en Caribe Tankers zijn eveneens van mening dat de vorderingen van NuStar moeten worden beoordeeld naar Texaans recht.
3.9
Het forumkeuzebeding in de General Terms and Conditions luidt als volgt:
“Any judicial proceedings brought in connection with this Agreement may be brought in any court of competent jurisdiction in Houston, TX; and both parties hereby (i) accept, generally and unconditionally, the exclusive jurisdiction of such courts and any related appellate courts, and irrevocably agree to be bound by any judgment rendered thereby (…). The SELLER shall have the right under the laws of the State of Texas, or such other law as may be deemed applicable in the circumstances, to arrest the BUYER’S Vessel or attach property of the BUYER, whether said BUYER’S Vessel and property are within the United States of America or elsewhere. The agreement to litigate all disputes arising under this contract in any court of competent jurisdiction in Houston, TX, shall not be construed as altering, waiving or otherwise depriving the SELLER of the right to arrest the BUYER’S Vessel, or to attach the BUYER’S property in a jurisdiction other than the United States of America. (…)”
Dit beding heeft een onmiskenbaar exclusief karakter voor vorderingen als hier aan de orde. Dat het beding de mogelijkheid openlaat voor NuStar om in andere jurisdicties beslag te leggen, doet daar niet aan af.
3.1
O.W. Bunker is niet in het geding verschenen, waarop tegen haar verstek is verleend. De forumkeuze staat in de weg aan rechtsmacht van de Curaçaose rechter (vergelijk artikel 8 lid 2 Rv Ned). Uit het niet-verschijnen van O.W. Bunker kan niet worden afgeleid dat zij in afwijking van de forumkeuze de rechtsmacht van de Curaçaose rechter aanvaardt. Aanwijzingen dat dat wel het geval is, zijn er niet. Andere gronden om niettegenstaande de forumkeuze bevoegdheid aan te nemen zijn er evenmin. Het Gerecht zal zich ten aanzien van O.W. Bunker dan ook onbevoegd verklaren.
3.11
Waverley en Caribe Tankers bestrijden dat het Gerecht bevoegd is. Naast een aantal reeds verworpen argumenten, voeren zij in dat verband aan dat NuStar in haar beslagrekest zelf heeft gesteld dat de eis in de hoofdzaak ingevolge NuStars algemene voorwaarden aanhangig moet worden gemaakt voor de bevoegde rechter in Texas en dat NuStar die voorwaarden ook in dit geding heeft overgelegd. Waverley en Caribe Tankers betwisten weliswaar de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden die NuStar ook aan haar vorderingen jegens hen ten grondslag legt, maar doen dit zonder enige motivering. Binnen het bestek van dit incident moet dan ook worden aangenomen dat ook tussen NuStar en Waverley en Caribe Tankers de General Terms and Conditions, voor zover het althans betreft de bepalingen over de bevoegde rechter, van kracht zijn. In de blote betwisting door Waverley en Caribe Tankers dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn, valt in ieder geval niet te lezen dat zij de rechtsmacht van de Curaçaose rechter, in plaats van de Texaanse rechter, aanvaardt. Te meer gelet op de feitelijke en juridische verknochtheid van de zaak met Amerika, de toepasselijkheid van Texaans recht en het ontbreken van een band van betekenis met de Curaçaose rechtssfeer, kan NuStar niet worden gevolgd in haar (subsidiaire) stelling dat beroep van Waverley en Caribe Tankers op het forumkeuzebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Het Gerecht zal zich ten aanzien van Waverley en Caribe Tankers dan ook onbevoegd verklaren.
3.12
Gelet op het voorgaande zal worden beslist als hierna omschreven.

4.De beslissing

Het Gerecht:
in het incident
4.1
wijst toe de incidentele vordering van Waverley en Caribe Tankers in na te melden zin;
4.2
veroordeelt NuStar in de kosten van dit incident aan de zijde van Waverley en Caribe Tankers gerezen en tot op heden begroot op NAf 2.700;
in de hoofdzaak
4.3
verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van de vorderingen van NuStar tegen O.W. Bunker, Waverley en Caribe Tankers;
4.4
verwijst de zaak tussen NuStar en MCB naar de rolzitting van maandag 22 mei 2017 voor conclusie van repliek zijdens NuStar;
4.5
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 10 april 2017.