Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
Inleiding
30 augustus 2023. Met deze beslissing heeft verweerder opnieuw op de inhoudelijke bezwaren van eisers beslist. Verweerder heeft deze beslissing genomen naar aanleiding van de uitspraak van het Gerecht van 7 juli 2023 in de zaak met nummer AUA202201904. In die uitspraak heeft het Gerecht de aan vergunninghoudster verleende bouwvergunning 0994-2019 beoordeeld. Deze bouwvergunning ziet op de bouw van een hotel te Sero Colorado.
29 november 2023. Verder hebben zij op die datum een rapport van 28 november 2023 van de heer [architect] (architect) overgelegd. Verweerder heeft bij email van
29 november 2023 de bestreden beslissing op bezwaar van 30 augustus 2023 en het daaraan ten grondslag liggende advies van DOW van 14 juli 2023 overgelegd. Vergunninghoudster heeft bij email van 28 november 2023 producties I-XI overgelegd. Partijen hebben conform het verzoek van het Gerecht hun pleitnota’s de dag voor de zitting overgelegd. Op de dag van de zitting hebben de gemachtigden van vergunninghoudster nog schriftelijk gereageerd op de pleitnota van eisers.
7 december 2023 de beslissing op bezwaar van 30 augustus 2023 met alle bijlagen aan het gerecht gestuurd.
Beoordeling door het Gerecht
30 augustus 2023 aan de hand van de beroepsgronden van eisers.
9 februari 2022 niet-ontvankelijk verklaard. Dit oordeel is in de uitspraak van het Hof van 24 mei 2023 bevestigd. In de uitspraak van het Gerecht van 7 juli 2023 heeft het Gerecht deze eisers opnieuw niet-ontvankelijk verklaard. Het Gerecht heeft de gemachtigde van eisers gevraagd waarom zij ondanks deze uitspraken het beroep in deze zaak toch ook weer heeft ingesteld namens eisers 2 tot en met 9. Dat heeft de gemachtigde ter zitting niet kunnen toelichten. Het Gerecht zal (wederom) het beroep van eisers 2 tot en met 9 niet-ontvankelijk verklaren.
28 november 2023 op pagina 2 en 3 in het roze weergegeven. Volgens eisers zijn er daarna nog gewijzigde tekeningen ingediend. Die heeft [architect] in zijn rapport in het groen weergeven. De roze en groene tekeningen verschillen van elkaar. De later ingediende (groene) tekeningen zijn de vergunde tekeningen en die zijn volgens eisers niet door de welstandscommissie beoordeeld. Het vergunde bouwwerk voldoet dus niet aan de redelijke eisen van welstand.
19 december 2019 dient vergunninghoudster nieuwe bouwtekeningen in. Op die bouwtekeningen is een aantal trappen toegevoegd naar aanleiding van het advies van de brandweer. Het masterplan op zichzelf is daarbij niet veranderd. Ook op 31 januari 2020 zijn er aanvullende tekeningen ingediend. Dit betreft additionele constructietekeningen. Vervolgens zijn op 11 maart 2020 op verzoek van DOW door vergunninghoudster kopieën van de bouwtekeningen van 19 december 2019 ingediend, omdat de eerdere tekeningen zoek waren geraakt. Deze tekeningen zijn op 17 maart 2020 doorgestuurd naar de brandweer voor advies. De brandweer heeft op 15 mei 2020 te kennen gegeven geen bezwaren te hebben.
24 augustus 2023 vanwege een onzorgvuldige totstandkoming niet aan de beslissing op bezwaar van 30 augustus 2023 ten grondslag heeft kunnen leggen. En wel om twee redenen. De eerste reden is dat het advies pas is uitgewerkt op 24 augustus 2023, ruim drie jaar na verlening van de bouwvergunning op 28 mei 2020. De welstandscommissie was volgens eisers gehouden om voorafgaand aan de verlening van de vergunning schriftelijk advies uit te brengen. Dat is ten onrechte niet gebeurd. Een uitwerking van het welstandsadvies drie jaar later kan niet door verweerder worden gebruikt. De tweede reden is dat het uitgewerkte welstandsadvies mede is ondertekend door de heer Rosenstand.Deze architect heeft zelf het onderhavige bouwplan gemaakt en ingediend. Het ondertekenen van het advies door de heer Rosenstand is in strijd met punt VI, sub e, van de Misteriele Beschikking van 18 juni 2002 (hierna MB) waarbij de Welstandscommissie is ingesteld. De andere commissieleden hebben zich blijkens hun ondertekening van datzelfde advies de deelname van Rosenstand kennelijk niet tegengehouden. Van een geloofwaardig, objectief en deskundig advies is dus geen sprake. Eisers verbinden deze conclusie aan elk ander rapport dat over dit project door de Welstandscommissie zal worden opgemaakt.
5 mei 2022 heeft vernietigd en verweerder heeft opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Verweerder heeft daaraan uitvoering gegeven en de welstandscommissie gevraagd haar stempeladvies te motiveren. Dit heeft geleid tot het uitgewerkte welstandsadvies van 24 augustus 2023. Dat dit drie jaar na verlening van de bouwvergunning op 28 mei 2020 is gebeurd is juist, maar die enkele stelling kan naar het oordeel van het Gerecht niet leiden tot de conclusie dat verweerder dit uitgewerkte advies niet aan de beslissing op bezwaar van 30 augustus 2023 ten grondslag heeft kunnen leggen.
24 augustus 2023 over alle aspecten haar oordeel gegeven. Het Gerecht ziet in de rapporten van [architect] en in wat eisers hebben aangevoerd geen aanleiding voor het oordeel dat het uitgewerkte advies van de welstandscommissie van 24 augustus 2023 naar inhoud zodanige gebreken vertoont dat de minister dit niet aan zijn oordeel over de welstand ten grondslag heeft mogen leggen.
30 augustus 2023 een inhoudelijk standpunt had ingenomen over toetsing aan het Bouw- en woningbesluit. Dat heeft verweerder echter niet gedaan. Weliswaar heeft verweerder in de beslissing op bezwaar van 30 augustus 2023 ook de toetsing aan het Bouwbesluit aangehaald, maar dat heeft verweerder gedaan om in het kader van de welstandstoetsing uit te leggen wie (DOW of de welstandscommissie) wat heeft getoetst. Niet om daarover een inhoudelijk standpunt in te nemen.