ECLI:NL:OGEAA:2022:99
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 31 januari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. De appellant, de Minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, had bezwaar gemaakt tegen een beschikking van verweerder, die op 7 november 2020 de ophouding van de appellant had bevolen. Het bezwaar werd op 12 november 2020 ingediend, maar het uitblijven van een beslissing op het bezwaar leidde tot een beroep dat op 6 april 2021 werd ingesteld. De rechter heeft vastgesteld dat dit beroep te laat was ingediend, omdat de termijn voor het indienen van een beroepschrift acht weken bedraagt en begon te lopen op de dag dat het bestuursorgaan in gebreke bleef, namelijk op 5 februari 2021. De termijn eindigde op 1 april 2021, waardoor het beroep dat op 6 april 2021 werd ingediend niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechter heeft daarbij verwezen naar eerdere rechtspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en de Centrale Raad van Beroep, waarin is vastgesteld dat de rechter in eerste aanleg ambtshalve de tijdigheid van het beroep moet beoordelen. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van beroepschriften in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van het niet naleven van de termijnen.