Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift met producties, ingediend ter griffie op 22 september 2021;
- de brieven van beide partijen, met producties ten behoeve van de mondelinge behandeling;
- de pleitnota’s van beide partijen;
- de mondelinge behandeling van 18 oktober 2021.
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
Per e-mail van 29 mei 2020 heeft de Centrale Bank van Aruba (CBA) u in het kader van uw aanvraag tot registratie van Kalpa Exchange Services als geldtransactiebedrijf voor het verrichten van geldwisselactiviteiten in de zin van de Landsverordening toezicht geldtransactiebedrijven (Ltg), verzocht om een schriftelijke bevestiging van een commerciële bank te overleggen dat uw bedrijf een bankrekening heeft voor de uitvoering van de hiervoor bedoelde activiteiten. In uw brief d.d. 10 november 2020 geeft u aan dat u van diverse commerciële banken te horen heeft gekregen dat Kalpa Exchange pas een bankrekening kan openen, wanneer Kalpa Exchange de voor de geldwisselactiviteiten noodzakelijke registratie in handen heeft.
GELEZEN:
dat verzoekster - onder meer - ten doel heeft:
de uitoefening van een of meer wisselkantoren in de ruimste zins des woords;
het kopen en verkopen van buitenlandse betaalmiddelen, cheques, reiskredietbrieven en vorderingen uit creditcards en/of andere vergelijkbare transacties;
de aankoop van buitenlandse betaalmiddelen of (travellers) cheques met betaling in Arubaanse florin en de verkoop van buitenlandse betaalmiddelen en/of andere buitenlandse betaalmiddelen;
het uitbetalen van betaalmiddelen en/of travellers cheques op vertoon van creditcard en/of andere vergelijkbare transacties;
dat verzoekster voldoet en ook in staat wordt geacht doorlopend aan de bepalingen van de Ltg te voldoen;
dat uit de door verzoekster verstrekte informatie niet is gebleken dat er sprake is van een omstandigheid zoals omschreven in artikel 3, tweede lid, van de Ltg;
dat gelet op het voorgaande geen bezwaar bestaat tegen inwilliging van het verzoekschrift d.d. 24 april 2019;