ECLI:NL:OGEAA:2019:210
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en de dringende reden in het arbeidsrecht
In deze zaak heeft [NAAM VERZOEKER] een verzoek ingediend bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, waarin hij verzoekt om het ontslag op staande voet dat hem door Aruba Joe’s N.V. is verleend, nietig te verklaren. Het ontslag vond plaats op 26 april 2018, naar aanleiding van een handgemeen tussen twee collega’s, waarbij [NAAM VERZOEKER] betrokken zou zijn geweest. Het gerecht heeft de procedure in verschillende stappen doorlopen, waaronder het indienen van verzoekschriften en een mondelinge behandeling. Tijdens de mondelinge behandeling is het standpunt van beide partijen toegelicht. Het gerecht heeft vastgesteld dat Aruba Joe’s niet voldoende heeft aangetoond dat er sprake was van een dringende reden voor het ontslag. De ontslagbrief vermeldde enkel dat [NAAM VERZOEKER] betrokken was bij een handgemeen, zonder concrete gedragingen te specificeren die het ontslag rechtvaardigden. Het gerecht oordeelt dat de mededeling van Aruba Joe’s onvoldoende was om [NAAM VERZOEKER] in staat te stellen zich te beraden op de juistheid van de opgegeven redenen. Het gerecht heeft daarom het ontslag op staande voet nietig verklaard en Aruba Joe’s veroordeeld om [NAAM VERZOEKER] weer in dienst te nemen en zijn loon door te betalen. Tevens is er een getuigenverhoor gelast om de schadevergoeding voor gederfde fooien te bepalen. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie van de werkgever bij ontslag op staande voet en de noodzaak om dringende redenen concreet te onderbouwen.